Nucletron bouwt apparatuur en software voor branchytherapie (‘brachy’ betekent kort). Met deze speciale methode kunnen artsen tumoren inwendig bestralen door radioactieve bronnen rechtstreeks – van een ‘korte afstand’ - in aanraking te brengen met aangetast weefsel. Omdat deze techniek minder schadelijk is voor het omringende weefsel dan gebruikelijke bestralingsmethoden, verkort het de behandeltijd van zes à zeven weken naar vier dagen. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in haar naamsbekendheid en exporteert inmiddels haar producten naar duizenden ziekenhuizen over de hele wereld.
Jos Lamers (1963) is sinds 2008 algemeen directeur van Nucletron in Veenendaal, wereldmarktleider in kankerbestrijdende bestralingsapparatuur voor zogeheten 'branchytherapie'. Lamers is aangenomen om het bedrijf flink te laten groeien. Deze belofte heeft hij meer dan waargemaakt.
Radioactieve bronnen
Welvarend in crisistijd
Nucletron heeft zich onder leiding van Lamers goed door de economische crisis weten te slaan. Zelfs in crisistijd bleven de Veenendalers zo’n 10 procent van de omzet investeren in onderzoek en ontwikkeling (R&D). Ook opende Nucletron nieuwe kantoren in Rusland, Brazilië en Dubai. En de resultaten waren ernaar: ‘We hebben in 2009 een recordresultaat bij een omzet van 113 miljoen euro gehaald,’ aldus Lamers. In 2010 verviervoudigde Nucletron haar nettowinst naar 10,5 miljoen.
Verkocht aan de Zweden
Met uitzondering van een aantal aandeelhouders onder het eigen personeel was Nucletron sinds de afsplitsing van Delft Instruments in 2007 grotendeels in handen van private-equityfondsen zoals Alpinvest en Advent International. Kort geleden is het bedrijf verkocht aan een buitenlandse branchegenoot. Afgelopen juni 2011 was het officieel: het Veenendaalse bedrijf is in een besloten veiling verkocht aan het beursgenoteerde Zweedse Elektra, ook een grote producent van bestralingsapparatuur. De twee bedrijven werkten al samen en de verkoop lag volgens Lamers in de lijn der verwachting: ‘Onze opdracht was hard groeien en veel winst maken, en dat is gelukt. Na vier jaar is dit voor private-equitypartijen een natuurlijk uitstapmoment’. Voor personeel en management verandert er weinig. ‘We zullen niets verplaatsen (…). De mensen zijn de belangrijkste waarde van het bedrijf,’ aldus de nieuwe Zweedse eigenaar.