Snel internet - je kunt bijna niet meer zonder. In Nederland is dit goed geregeld toch? In en rondom steden wel: daar is glasvezel de normaalste zaak van de wereld. Maar buiten de stadskernen faalt de markt en zijn bewoners overgeleverd aan trage verbindingen. Wanneer ze het vervolgens zelf willen regelen, blijkt dit op allerlei hindernissen te stuiten.

Zoals in West-Groningen. Daar begon Jan Hut met het opzetten van een burgercollectief om sneller internet te regelen: Breedband Westerkwartier. Het klinkt als een prachtig voorbeeld van de zo gewenste participatiesamenleving.

Jan vertelt een echte Grunneger te zijn - iemand die de klei onder zijn voeten moét hebben. ‘Anders gaat het niet goed.’ Ik spreek hem over de telefoon. De luchtige stemming slaat om wanneer hij vertelt over de situatie rond Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn. Het internet, legt hij uit, wordt door de provincie uitbesteed aan commerciële partijen. Voor hen is het buiten de stadskernen niet rendabel om een snelle verbinding aan te leggen. Daarom moeten ruim 300.000 mensen in Nederland genoegen nemen met een trage verbinding via het telefoon of televisienetwerk. En in de huidige tijd is snel internet geen luxe, maar noodzaak. Jan wil daarom de bewoners in zijn streek motiveren om zich  collectief te organiseren.

Kwestie van vertrouwen

Dat lijkt te lukken. In de dorpshuizen van Gemeente Westerkwartier ziet Jan langzaam maar zeker een bepaald zelfbewustzijn groeien. ‘Ik ken een dorp dat eerst een glasvezelnetwerk heeft aangelegd en nu bezig is met het bouwen van een dorpskroeg.’ Mensen voelen zich trots - ze zijn baas in eigen omgeving. Ook financieel gezien is het voor de bewoners een gunstige investering. Met een eenmalige bijdrage gaan de maandelijkse kosten van internet fors omlaag, en dus zal de investering zich op lange termijn rijkelijk terugbetalen. En zo ontstaat in de Gemeente Westerkwartier langzaam een geïnspireerde groep van tweeduizend gelijkgestemden, die bereid is te investeren in een eigen glasvezelnetwerk.

De overheid heeft voor deze basale dienstverlening een enorme subsidiepot ter beschikking gesteld - in het geval van provincie Groningen zo’n 40 miljoen euro. Maar wanneer Jan met de provincie om tafel zit, worden de collectieve plannen al snel aan de kant geschoven. ‘Dat kunnen jullie niet zelf’, zo luidt het argument. De overheid ziet vooral beren op de weg en werkt liever samen met een ervaren commerciële partij. Maar nadat deze met de subsidie is opgestart en een paar jaar aan het project heeft gewerkt, wordt het netwerk hoogstwaarschijnlijk doorverkocht aan Chinese investeerder - denkt Margreet Homan. Zij is verantwoordelijk voor de communicatie bij Breedband Westerkwartier en uit haar frustraties. ‘Bewoners zijn vervolgens overgeleverd aan de willekeurige prijsverhogingen van de nieuwe eigenaar.’

Het zwaard van Damocles valt. In juni vorig jaar wordt aangekondigd dat het commerciële bedrijf Rodin Connect de opdracht zal uitvoeren. Het burgercollectief  blijft met een geschaad vertrouwen achter - in zowel zichzelf als in het gezag. ‘Dit is de laatste keer dat ik bij de provincie ben geweest, want ik geloof er niet meer in. Ik heb daar letterlijk een pot zitten janken’, vertelt Jan aangeslagen. Is dit dan die participatiemaatschappij?

Burgerparticipatie?

Participatiesamenleving: Woord van het Jaar 2013, rode draad het Troonrede-debuut van koning Willem-Alexander, en wapenspreuk van premier Mark Rutte. In de participatiesamenleving worden burgers geacht meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven en omgeving. Bij Breedband Westerkwartier lukte het bijna. Maar helaas; burgerparticipatie kost moeite die de provincie niet wil investeren.

Volgens Jan staat het verhaal symbool voor wat er op grotere schaal aan de hand is. Niet alleen in Gemeente Westerkwartier hebben burgers moeite om hun collectieve plannen van de grond te krijgen. Ook Tine de Moor, hoogleraar sociaal-economische geschiedenis in Utrecht, ziet in de praktijk veel weerstand van de overheid: ‘Het is schrijnend om te zien. Zelfs wanneer burgers willen investeren wordt dit van hogerhand niet toegelaten.’ Volgens Tine zijn collectieve burgerinitiatieven een correctiemechanisme voor het falen van zowel markt als overheid. Door snelle privatisering zitten we sinds 2005 in de derde golf - een eigentijdse revolutie waarvan de toekomst nog op losse schroeven staat. ‘Het zal er helemaal van afhangen of lokale overheden vertrouwen durven geven, een zeker falen durven toelaten.’ Participatiemaatschappij? Tot dusver voelen ze zich bij Breedband Westerkwartier voorgelogen.

Kracht van het collectief

’Wat moeten we in dit geweld nou nog betekenen?’, vroeg Jan zich af. Gelukkig heeft een burgerinitiatief in Midden-Brabant zijn club nieuwe inspiratie kunnen geven. Midden-BrabantGlas heeft een eigen glasvezelnetwerk gerealiseerd volgens een ‘zuivere collectieve gedachte’, aldus Jan. Dit betekent dat bewoners genoeg in de pot moeten stoppen om zonder overheid - dus zonder subsidie - te kunnen draaien.

Dat deed de Groningers weer geloven in de collectieve gedachte. Breedband Westerkwartier heeft de rug gerecht en gaat het nu helemaal zelf doen. ‘We schuiven ze gewoon aan de kant. Het eerstvolgende bezoek aan de provincie stellen we ze enkel de vraag: ‘Willen jullie ons nu vertellen dat jullie trots op ons zijn?’

Voor Jan is het duidelijk: als burgercollectief kan je - ondanks alle mooie woorden en beloftes - zeker niet altijd op de overheid rekenen. In het strak georganiseerde B.V. Nederland wordt hoofdzakelijk gedacht vanuit het eigen belang. Is er toekomst voor de collectieve gedachte? Jan houdt hoop. ‘Als je iets wil, overtuig dan je buren.’ En als je e-mail of Facebook bericht onbeantwoord blijft - even via de achtertuin.