Aan de Wageningen Universiteit is een project gestart met als doel het in geld uitdrukken van de bijdrage van de natuur aan de Nederlandse economie. Ecosysteemdiensten is de term die hiervoor is gemunt; te verdelen in productiediensten (hout voor de bouw, water voor drinkwatervoorziening), regulerende diensten (bestuiving door bijen, bijvoorbeeld ten behoeve van fruitteelt, planten voor kustbescherming), en ten slotte zijn er nog de ‘culturele diensten van natuur’ (recreatie: banen).
Een eeuwigheid, al probeert de milieubeweging beleidsmakers ervan te doordringen dat de manier waarop wij mensen met de natuur omgaan ingrijpend moet veranderen – zonder veel resultaat. De reden daarvoor, volgens een stroming binnen de wereld van de natuurbescherming die sinds een aantal jaren terrein wint (en inmiddels leidende strategie is van The Nature Conservancy, het Amerikaanse equivalent van onze Vereniging Natuurmonumenten en de grootste natuurbeschermingsorganisatie op het westelijk halfrond) is dat de ideologische argumenten waarmee de zaak van de natuur werd bepleit niet werken in een wereld waarin beleidsbeslissingen zijn gebaseerd op data-analyse en statistieken. De oplossing: bereken de monetaire waarde van natuur, stel zogeheten ‘natuurlijke kapitaalrekeningen’ op, geef de natuur – of ‘green infrastructure’, zoals het binnen het nieuwe paradigma heet – een eigen boekhouding. Alleen dan zullen beleidsmakers je verstaan.