Vijftig kilometer ten noordoosten van Boedapest bevindt zich het samenlevingscollectief Galgahéviz dat zelfvoorzienend is wat betreft zaken als voedselvoorziening, energie en huisvesting. Dieren worden er gehouden volgens eeuwenoude tradities, landbouwgewassen worden geheel ecologisch verbouwd en brood wordt zelf gebakken. Alles wordt ter plekke verwerkt en rechtstreeks verkocht. Zo op het eerste gezicht klinkt het geheel als een vredelievende samenleving, maar daar is niet alles mee gezegd.
Hongaarse ecodorp dat zich heeft afgesloten van Europese regelgeving en zelf de dienst uitmaakt.
Roofbouw
De bewoners van het dorp onttrekken zich met hun onafhankelijkheid compleet aan regelgeving die wordt opgelegd vanuit Europa. Een beleid dat in hun ogen op geen enkele manier rekening houdt met kleinere regio’s, die daarmee vleugellam worden gelegd. Dit is een gevoel dat wordt gedeeld door een groot gedeelte van de Hongaarse bevolking, dat zich meer en meer tekort gedaan voelt na aansluiting bij de Europese Unie. Bij toetreding had men namelijk een vergroting van de welvaart verwacht. Nu blijkt dit, zo'n tien jaar later, alleen te gelden voor grote bedrijven en niet voor de 'gewone' burger.
De politieke beweging Jobbik verzet zich met hand en tand tegen Europese macht en maakt zich hard voor een beter Hongarije. De toenemende populariteit onder de Hongaarse bevolking heeft met name te maken met deze kritische houding ten opzichte van Europa. Vaderlandse trots en bescherming van de vruchtbare landbouwgrond zijn dan ook belangrijke speerpunten van de partij.
Plattelandsbeleid
Prominent lid van Jobbik en grondlegger van het ecodorp Géza Varga, beschouwt Europa als een ‘neoliberaal product van het nieuwe kapitalisme’. Een product dat bezit neemt van alles wat het maar kan gebruiken om er zelf beter en vooral groter van te worden. Dit gaat ten koste van arme landen, waar grondstoffen en producten tegen steeds lagere prijzen worden ‘weggehaald’.
Zelf houdt Varga zich al ruim dertig jaar bezig met duurzame landbouwontwikkeling. Volgens hem is dit dan ook de reden dat de Jobbik partij hem heeft gevraagd om hun plattelandsbeleid op te zetten met als grondslag het opnieuw opbouwen van de Hongaarse economie van onderaf door zelfvoorzienend te zijn. In die rol ziet hij zichzelf als leider, maar voegt daar tegelijkertijd aan toe dat in zijn ideale wereld zou dat niet het geval zijn en zou iedereen op gelijke voet met elkaar samenleven.
Het ecodorp is een daverend succes. Schoolklassen krijgen rondleidingen en er wordt aan uitbreiding gedacht: meer van dit soort nederzettingen waarin wordt nagedacht over hoe men een zekere mate van onafhankelijkheid kan bereiken. Als je er op die manier naar kijkt is het dan ook niet verwonderlijk dat Varga het initiatief als sympathiek en positief ziet. Dat deze mening niet door iedereen wordt gedeeld heeft te maken met de andere, meer duistere kant van de Jobbik partij.
Behalve nationalistisch, is deze beweging namelijk ook extreem-rechts en houdt er vage banden op na met antisemitische para-militaristische groeperingen. Andere politieke leiders als Geert Wilders en Marine Le Pen bewaren dan ook, ondanks het gedeelde anti Europa sentiment, liever hun afstand. Varga ziet het dan ook als zijn grootste uitdaging om anderen op dezelfde - positieve - manier naar Galgahéviz te laten kijken als hijzelf.