Op 25 januari jongstleden keerden duizenden Egyptenaren terug naar het Tahrirplein. Om te vieren dat ze hier een jaar geleden begonnen met het verjagen van oud-president Hosni Mubarak, maar bovenal om te protesteren tegen de militaire leiding die het van hem overnam.
Want, zo geloven veel Egyptenaren: ze hadden het onder hun oud-dictator beter dan nu. In Back to the square volgt de Noorse documentairemaker Petr Lom vijf Egyptenaren die ‘slachtoffer’ zijn geworden van de revolutie. Niet makkelijk, om na zo’n felle strijd toe te geven dat je er eigenlijk op achteruit bent gegaan. Mohamed legt in Back to the square uit: ‘Mubarak is degene die de politie en het leger had aangesteld. Je haalt het hoofd weg, maar de corruptie blijft.’
Mohamed en zijn vrouw Lamiz worden tijdens een verhuizing onder valse beschuldigingen opgepakt. Als ze tegenstribbelen, zeggen agenten hun ‘meesters’ te zijn. ‘Zelfs na de revolutie?’ vraagt Lamiz. ‘Welke revolutie?’ snauwt een agent terug.
Ook blogger Michael Nabil lijdt onder het militaire bewind. ‘Tijdens de dictatuur is hij nooit gearresteerd,’ vertelt zijn broer Mark. Nu schrijft Michael een blog-artikel en moet hij voor drie jaar de cel in. Mark laat zich niet afschrikken en blijft demonstreren: ‘Ik ben bereid om te sterven voor mijn doel – dat heb ik geleerd van mijn broer.’
Op 23 mei mogen de Egyptenaren naar de stembus, voor hun eerste vrije presidentsverkiezingen ooit. De vooruitzichten zijn echter niet best: twee van de belangrijkste kandidaten Amr Moussa (voormalig secretaris-generaal van de Arabische Liga en minister onder Mubarak) en Ahmed Shafiq (de laatste premier onder Mubarak) onderhouden beiden nauwe banden met de militaire leiding. Critici vrezen voor corrupte verkiezingen, maar het is moeilijk voorstelbaar dat de Egyptenaren over zich heen laten lopen. Want hoewel de hoofdrolspelers van Back to the square allen teleurgesteld zijn in de revolutie: ze hebben geroken aan de vrijheid en zijn vastberaden om van Egypte weer hún Egypte te maken.
Uit: VPRO Gids #12, 2012