Timmermans: ‘Mee eens. Judt verwijt de sociaaldemocraten dat ze zich in de jaren tachtig zijn gaan aanpassen aan het idioom van Ronald Reagan en Margaret Thatcher. Die wilden een afgeslankte, efficiëntere overheid. Links heeft dat idee deels overgenomen, omdat men zich realiseerde dat de verzorgingsstaat anders onder zijn eigen gewicht zou bezwijken. Maar de fout is geweest dat men ook in dezelfde termen is gaan denken. Zo ga je op een gegeven moment alles rationaliseren, en is de enige vraag die nog over blijft: wat heb ik eraan? Of, wat nu een beetje de stemming is in Nederland: waarom moet ik in mijn eentje opdraaien voor zestien miljoen klaplopers?’
VPRO Gidsartikel
Tony Judt stond bekend als een van de felste en briljantste voorvechters van de sociaaldemocratie. Zijn standaardwerk Na de oorlog, Een geschiedenis van Europa na 1945 werd uitgeroepen tot Europees Boek van 2009. Vlak voor zijn dood verscheen zijn laatste werk, Het land is moe, waarin hij nog niets van zijn verontwaardiging had verloren. De VPRO-Gids legde PvdA-coryfee en voormalig staatssecretaris van Europese Zaken Frans Timmermans een viertal stellingen van Judt voor.
Timmermans: ‘Klopt ook. Wat Judt hier beschrijft, vloeit automatisch voort uit de neoliberale ideologie. Ook in Europa kunnen we tegenwoordig alleen nog denken aan onze eigen rechten, Tony Judt Frans Timmermans en andermans plichten. Voor onze rechten moet de overheid zorgen, maar over sociale plichten zeggen we: daar beslis ik zelf wel over! Wel vind ik dat Judt hier te streng is voor de VS. Amerikanen hebben wel degelijk gevoel voor gemeenschapszin. Als er hier een speeltuin gebouwd moet worden, kijken we automatisch naar de staat. Daar zeggen ze: hup, met de hele buurt de schouders eronder.’
Timmermans: ‘Dit was een stokpaardje van Judt. Ik vind ook dat het aantal privatiseringen is doorgeschoten, maar sommige waren nodig. Ik denk dat Judt zijn oordeel vooral baseerde op de situatie in de Angelsaksische wereld. Daar gingen de privatiseringen natuurlijk wel wat verder dan hier. Bij rechts Nederland proef je tegenwoordig ook weer een sterke anti-overheidshouding. Men gaat ervan uit dat de staat alles per definitie slechter doet dan de privésector. De paradox is dat men tegelijk ook wonderen van diezelfde staat verwacht. Mensen denken dat Wilders alle problemen wel even gaat oplossen. Terwijl ik het met Judt eens ben: politici overschatten wat ze op korte termijn kunnen bereiken, en onderschatten wat ze op lange termijn kunnen bereiken. We beloven te veel op de korte termijn, waardoor we de mensen steeds meer teleurstellen, en vergeten de lange termijn, waardoor we de samenleving niet vormgeven.’
Timmermans: ‘Hier ben ik het absoluut niet mee eens. Dit is de koers die de SP nu al jaren vaart. Alles moet bij het oude blijven, en iedere vorm van vernieuwing is bedreigend. Ook de afgelopen verkiezingscampagne van de PvdA bestond helaas voor een deel uit politiek van de angst: “Pas op, want anderen zullen mensen tegen elkaar opzetten! Kijk uit, want anderen zullen de verzorgingsstaat afbreken!” Ik vond dat geen juiste strategie. Het is goed om op het verleden te wijzen, maar daar mag het niet bij stoppen. Je moet ook perspectief en hoop bieden. Dat had Wilders beter begrepen. Die kwam met een “Agenda van hoop en optimisme”.’
Uit: VPRO Gids #41 (9 t/m 15 oktober 2010)