Vissenleer, algenboots en zeewiershirts. Not your everyday wardrobe. Toch kan het de mode worden van de toekomst. Want, als de zeespiegel stijgt, hebben we misschien wel geen beschikking meer over de materialen waar we nú mode van maken.
Gaat het stijgende water en extremer weer dan echt zoveel invloed hebben? Ja, zeggen ontwerpers, en niet alleen invloed op wat we dragen, maar op het hele systeem dat mode drijft.
De mode-industrie is, na de autoindustrie, de meest vervuilende industrie ter wereld. Voor het maken van één spijkerbroek is al gauw zevenduizend liter water nodig. Ieder jaar worden meer dan honderd miljard nieuwe kledingstukken geproduceerd. Een derde daarvan wordt niet verkocht, nooit gedragen en versnipperd of verbrand. Dat er in de hele keten iets moet veranderen, staat buiten kijf.
Zoals blijkt uit het enorme aantal aanmeldingen voor onze pioniersverkiezing Future Fashion Pioniers, wordt er hard gewerkt aan veranderingen en alternatieven. Kleurstoffen voor kleding worden uit bacteriën gehaald en er zijn collecties van restmateriaal, zoals pet-flessen en lokaal verkrijgbare materialen als hennep en linnen.