Ik wil niet meer boos zijn. Ik wil niet naar je wijzen, met mijn vinger. Ik wil niet doen alsof het allemaal jouw schuld is. Want dat is het niet.
Ik wil dat je weet dat ik je vergeef. Dat hetgeen dat is gebeurd, nu eenmaal is gebeurd. Dat ik weet dat jij psycholoog bent, en ik cliënt. Dingen kunnen soms fout gaan.
Maar ik wil ook dat je weet dat ik je vertrouwde. Dat ik je daarom om hulp vroeg – op een moment dat alles hopeloos leek en ik niet meer wist hoe ik verder moest leven. Ik vertelde je dat in vertrouwen.
Toen je me antwoord gaf, en zei dat je me hierbij zou helpen, was dit voor mij mijn reddingsboei. Het was mijn laatste houvast in een ondragelijke strijd die niemand zag.