Met vier zetels zit er een partij in de Tweede Kamer die specifiek opkomt voor de belangen van vijftigplussers. De AOW-leeftijd naar beneden, structurele belastingverlaging voor gepensioneerden en een vaste rekenrente op de pensioenen. Het is een kleine greep uit de standpunten van 50PLUS die al acht jaar succesvol de belangen van ouderen behartigt in de Tweede Kamer.
Maar worden de vijftigplussers dan zo slecht vertegenwoordigd in de Tweede Kamer? Daar lijkt het niet op: van de 150 zetels zijn er 54 bezet door Tweede Kamerleden boven de vijftig jaar. Deze 54 kamerleden staan tegenover één lid onder de dertig. Als er één leeftijdsgroep is die niet vertegenwoordigd wordt, zijn dat de jongeren.
Uit onderzoek van de Sociaal Economische Raad blijkt dan ook dat er kansenbelemmering is voor jongeren: onbetaalbare woningen, flexcontracten en gigantische studieschulden zijn allemaal economische problemen die op het bordje van generatie Y en Z liggen. De Tweede Kamer ziet de problemen ook en stemt in met een generatietoets; een toets waar ze bij alle nieuwe wetten kijken naar de impact op de verschillende generaties. Maar is dit genoeg? Waarom wordt die stem van jongeren niet gehoord? En moet er niet ook een jongerenpartij komen?