De komende tien jaar zien we in Nederland een tekort van een miljoen woningen. Noem het gerust een crisis, want de nood is hoog. Nederland, dat ooit een mooie reputatie had op het gebied van sociale woningbouw, telt momenteel al 300.000 huishoudens die noodgedwongen geen eigen woning hebben. Het gaat om mensen van boven de 25 die bij hun ouders, bij huisgenoten of in kraakpanden wonen. De mensen die een woning kunnen vinden, betalen daar vaak onevenredig hoge huren voor. Of hebben een dusdanig hoog inkomen dat zij wel een huis kunnen kopen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren en vooral: waar blijft het protest?
De vrije markt hecht zoveel belang aan schaarste, dat starters onmogelijk een huis vinden en steeds meer mensen dakloos worden. Intussen worden huizenbezitters slapend rijk. Wie ontketent de generatiestrijd tussen de haves en have-nots?
Te weinig betaalbare woningen
In de crisis van 2008, en de nasleep ervan, zijn veel minder woningen gebouwd. Die achterstand moeten we nog altijd inhalen, vertelt Michelle Provoost, een architectuurhistoricus uit Rotterdam. Niet alleen zijn er te weinig woningen, er zijn vooral te weinig betaalbare woningen. De gemiddelde prijs van een woning steeg het afgelopen jaar met meer dan 9 procent. Hoe komt dat? ‘In de afgelopen decennia zijn de woningbouwverenigingen die de hele twintigste eeuw hebben gezorgd voor goedkope woningbouw, beknot. Mede dankzij de verhuurdersheffing. Ze hebben grote aandelen moeten verkopen,’ zegt Provoost in een gesprek met VPRO Tegenlicht.
Bovendien heeft toenmalig minister van Wonen Stef Blok (VVD) tijdens Rutte II flink gelobbyd bij buitenlandse investeerders om onze woningvoorraad te kopen, zegt Provoost. ‘De kabinetten van de afgelopen decennia hadden allerlei maatregelen kunnen nemen, maar dat is niet gebeurd. In die laissez faire (vrije markt) mentaliteit zijn een hoop problemen enorm verergerd.’
Waarom de woningmarkt bewust schaarste in stand houdt
Dat er te weinig woningen zijn, komt veel mensen wel goed uit. ‘Schaarste is een van de eerste economische wetten,’ legt Provoost uit. Hoe schaarser iets is, hoe meer het waard wordt. ‘Stel, we bouwen in twee jaar een miljoen woningen. Dan zijn we uit de brand, zou je zeggen. Maar de vastgoedwereld zal daar niet blij mee zijn. Die zal dat nooit toestaan zelfs, want de prijs van woningen zal erdoor kelderen.’
Datzelfde geldt voor mensen zoals Provoost zelf, die al een woning bezitten. ‘De perverse kant van dat verhaal dat wij woningbezitters er helemaal geen belang bij hebben dat die woningen tot stand komen. De prijs van onze woning zal dalen, terwijl die woning soms ook moet dienen als ons pensioen. Want dat hebben we ook niet allemaal.’
‘Je koopt een woning met het oog op dat die meer waard wordt en dat je daar daarna dan een duurdere woning voor kunt kopen. In plaats van dat het een voorziening is.’ Wonen is geen doel meer op zich, stelt Provoost, maar een middel om geld te vergaren. ‘Dat is niet altijd zo geweest. En dat hoeft het ook niet zo te zijn. Wonen als commercieel product is iets wat we zomaar accepteren. Maar waarom eigenlijk?’
'Woningbezitters hebben er helemaal geen belang bij dat er nieuwe huizen worden gebouwd.'
Jongeren zijn de dupe
Want vooral jongeren en starters worden getroffen door de woningcrisis, zegt Provoost. ‘Als je niet al een huis hebt dat je kunt verkopen en geen echte goede baan hebt, is het vrijwel onmogelijk om op de woningmarkt te beginnen.’ Ze ziet een grote kloof ontstaan in de samenleving. ‘Op dit moment is er zo'n groot verschil tussen de generaties, tussen de mensen die al een huis hebben en die het nog niet hebben. Ik betaal vier keer zo weinig voor mijn huisvesting als mijn zoon van 24 die een huurwoning heeft en daar de volle pond voor betaalt.’
En dat geldt voor de meeste jongeren die zelfstandig wonen. In 2020 bleek uit een steekproef van studentenvakbond LSVb dat acht op de tien studenten een veel hogere huur betaalt dan wat volgens het woningwaarderingsstelsel redelijk is.
‘Je wil dat de jongste generatie ook de mogelijkheid heeft om te sparen, om dingen te doen, om een keer een reis te maken of wat dan ook. De vrijheid om je te ontwikkelen in een bepaalde richting of als je op de universiteit zit om dan ook nog eens een keertje om je heen te kijken om te beseffen dat je je misschien vergist hebt en een andere studie te doen. Om een beetje ruimte te krijgen voor serendipity: rondsnuffelen en niets vinden. En die vrijheid die deze generatie heeft is veel kleiner dan die van mijn generatie. Lijkt me niet eerlijk.’
'Ik betaal vier keer zo weinig voor mijn hypotheek als mijn zoon van 24 voor zijn huurwoning.'
Polarisatie tussen jong en oud
Jongeren kunnen geen woonplek bemachtigen omdat woningen tegenwoordig dienen als pensioen voor ouderen. Het is geen wonder dat de dakloosheid onder jongeren is toegenomen. Ook al is die niet zo duidelijk zichtbaar op straat. ‘Dakloosheid in Nederland bestaat vaak uit mensen die bij elkaar logeren - een soort couchsurfing. De ene week daar, de andere week ergens anders. Maar de cijfers liegen er niet om. Dat moet niet nodig zijn in het rijkste deel van de wereld.’
De ouderen zitten op steeds meer geld, terwijl jongeren veroordeeld zijn tot veel te dure huurwoningen die ze maar met moeite kunnen vinden. Komt er hierdoor meer woede en polarisatie tussen jong en oud?
Provoost betwijfelt het. ‘Op dit moment zie ik dus helemaal niks van een opstand bij de jongere generatie. Ik begrijp eigenlijk niet waarom er niet veel meer amok is. Waarom jongeren accepteren dat ze dakloos zijn, of dat ze de helft van hun inkomen aan hun woning moeten uitgeven.’
'Ik begrijp niet waarom jongeren accepteren dat ze hun halve inkomen kwijt zijn aan hun woning.’
Wonen is een mensenrecht
Een verklaring voor het uitblijven van een generatiestrijd, is volgens Provoost dat een andere groep de schuld krijgt. ‘Bij sociale woningbouw bestaat een competitie tussen verschillende bewonersgroepen. Tussen de mensen die al heel lang op een wachtlijst staan, en mensen die zojuist statushouders zijn geworden bijvoorbeeld. Dat heeft natuurlijk een politieke invloed en een invloed op het stemgedrag en op de boosheid van mensen.’
Bovendien heeft de markt de jongeren gedisciplineerd, denkt ze. ‘Kraken is inmiddels bij wet verboden en het conformisme onder jongere generaties is groter dan vroeger.' Het ideaal om ‘wooncarrière’ te maken, regeert de samenleving.
Provoost ziet weinig heil in tijdelijkheid en improvisatie. De leegstand was 10 tot 12 jaar geleden op zijn top. ‘Het merendeel daarvan is al omgevormd. Ik denk niet dat er genoeg leegstand is om een oplossing te bieden.’ Ook kluswoningen, hoewel dat een goedkoop alternatief is, zijn er lang niet genoeg. Tiny Houses, containerwoningen, en tijdelijke zelfbouwprojecten zijn volgens Provoost allemaal te kleinschalig en niet even toegankelijk voor de groeiende massa mensen die een huis nodig hebben.
'We kunnen niet zo doormodderen zoals we nu doen.'
De noodzaak van een sterke overheid
In het begin van de 20ste eeuw ontwierp H.P. Berlage in opdracht van de Amsterdamse gemeenteraad Plan Zuid. Destijds waren er te weinig woningen voor arbeiders, die in kelders en op zolders verbleven. In de stijl van de Amsterdamse School werd Amsterdam uitgebreid met duizenden nieuwe betaalbare woningen, gemaakt van mooie robuuste materialen, die er nog altijd staan. Waarom kan dat niet meer?
Naast de hoge grondprijzen en schaarste van bouwlieden, is het grote probleem volgens Provoost dat centrale regie vanuit de overheid ontbreekt. Momenteel vallen alle belanghebbenden over elkaar heen als het gaat om waar, wanneer en hoeveel nieuwe woningen moeten worden gebouwd. Een overzicht over de infrastructuur en klimaatkwesties rond woningbouw is cruciaal.
‘We hebben een soort ministerie van Wonen en Ruimtelijke Ontwikkeling nodig. Mensen die met samenhangende ideeën komen voor Nederland, die zeggen: we kunnen niet zo doormodderen zoals we nu doen. Zelfs de marktpartijen vinden dat regie nodig is. Die hele versnippering die er nu is vind ik een dodelijk iets.’
De oplossing is het bouwen, bouwen, bouwen van sociale huurwoningen
Als het aan de markt ligt, bouwen die binnenkort huizen voor de middenklasse in voormalige weilanden Dat is het snelst, goedkoopst en levert het meeste geld op. Maar voor de lagere inkomens is dat nog geen oplossing. ‘Het is heel zelden dat de markt uit zichzelf sociale woningbouw bouwt.’
‘Sociale woningbouw is niet meer iets waarvan mensen denken, dat hebben we nodig. Maar als je naar de wachtlijsten kijkt en de jongeren die woningen zoeken, dan hebben we het toch juist weinig van?’ En dat terwijl wonen een mensenrecht is. Het staat in de wet - artikel 22 - dat je zekerheid moet kunnen hebben dat je ergens ‘onderdak’ hebt. Provoost: ‘En dat is over het algemeen in Nederland altijd zo geweest in de tweede helft van de20ste eeuw: Je hoeft je geen zorgen te maken over honger en je hoeft je ook geen zorgen te maken over een dak boven je hoofd. En nu zitten we met een woningtekort en voedselbanken.’
Hoe krijgen we de overheid zo ver dat ze weer betaalbaar gaan bouwen voor iedereen? ‘Urgenda heeft heel goed laten zien hoe je invloed krijgt,’ zegt Provoost. ‘Op dit moment loopt er een rechtszaak tegen Shell. Ik kan me voorstellen dat de jongere generatie een rechtszaak aanspant tegen de overheid.’