Hoe winst in de weg zit bij het oplossen van de coronacrisis

Al een jaar zoekt de wereld naar de snelste manier uit de coronacrisis. Maar overheden, vaccinproducenten en media lijken de meest simpele oplossing niet te willen zien.

   Daan Kuys - 9 april 2021

Al een paar maanden krijgt minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge er continu de schuld van: waarom duurt dat vaccineren nou zo lang?! Het antwoord luidt steevast: we zijn afhankelijk van het productietempo van de grote farmaceutische bedrijven.

En dat antwoord is eigenlijk weinig bevredigend. We zitten middenin de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Economieën wereldwijd liggen op hun gat. Drie miljoen mensen vonden al de dood. Kranten en journaals berichten dagelijks over de vaccinatiesnelheid binnen Europa. Maar een belangrijke vraag krijgt daarbij maar weinig aandacht: 

Waarom zijn we eigenlijk afhankelijk van het productietempo van de grote farmaceutische bedrijven?

'Grondrechten werden ingeperkt, miljoenen levens op pauze gezet, maar het recht om winst te maken bleef overeind'

Snelheid is immers van enorm belang. De nationale vaccinraces van rijke landen zijn misschien leuk voor de bühne, ze hebben weinig nut als andere delen van de wereld pas in 2023 toegang krijgen tot vaccins. Tegen die tijd is het coronavirus waarschijnlijk gemuteerd, waardoor de vaccins (ook in rijke landen) niet meer effectief zullen zijn. Dat is niet alleen een humanitair drama. Dergelijk vaccin-nationalisme kan rijke landen zo’n 4,5 duizend miljard dollar kosten door een gebrek aan handel met andere landen.

Als we de strijd tegen het virus werkelijk willen winnen, dan zullen we dus zo snel mogelijk iedereen op aarde moeten inenten. Hoe kan het dan toch dat we moeten wachten op een handvol producenten? En waarom produceren we niet gewoon alleen de beste vaccins, nu tromboseklachten het proces vertragen?

Het recht om winst te maken

Ellen ‘t Hoen, medisch jurist en expert op het gebied van eigendomsrecht, zag aan het begin van de pandemie juist nog een enorme sfeer van wereldwijde samenwerking. Vaccinbezit moest een ‘global good’ worden, zo riepen politici. Wetenschappers kwamen bij elkaar om kennis te delen. Overheidsgeld was er genoeg. ‘Ik dacht echt: hey, dit gaat de goede kant op,’ zegt ‘t Hoen.

Totdat de jurist de kleine lettertjes zag staan in de financieringsafspraken tussen overheden en vaccinproducenten. Daar was niets opgenomen over het delen van patenten en technologie. Publiek gefinancierde kennis was ineens een commercieel product geworden in handen van enkele bedrijven. 

Om de pandemie in te dammen werden grondrechten ingeperkt, miljoenen levens werden op pauze gezet, maar het recht om winst te maken bleef overeind.

Laten we het vriendelijk vragen

Overheden die met publiek geld investeerden in de ontwikkeling van de vaccins hadden daar natuurlijk betere voorwaarden aan moeten stellen, zegt ‘t Hoen. Zij hadden moeten eisen dat de kennis, technologie en het intellectuele eigendom gedeeld zou worden door de vaccinproducenten.

‘t Hoen: ‘De Europese Commissie deed een voorzichtig verzoek op hun website: wees alsjeblieft zo vriendelijk om het vaccin ook met anderen te delen. Dat had natuurlijk een harde voorwaarde moeten zijn. Niet een vrijblijvende oproep op een website.’ 

Om het delen van kennis mogelijk te maken richtte de WHO een jaar geleden de COVID19 Technology Access Pool op. Met als doel om kennis over vaccintechnologie wereldwijd te kunnen delen. Tot op heden heeft geen enkele grote vaccinproducent zijn kennis met het platform gedeeld.

Overheidsproducenten

Pfizer/BioNTech, dat het vaccin ontwikkelde met een slordige half miljard dollar aan publiek geld, liet vorig jaar weten geen afstand te doen van z'n patentrecht. Moderna, goed voor een miljard dollar aan overheidssteun, beloofde bedrijven niet aan te klagen als ze het vaccin gaan produceren ‘zolang de pandemie duurt’, maar wil alsnog geen net zo noodzakelijke technologiekennis delen.

AstraZeneca, eveneens goed voor een miljard dollar overheidssteun, hanteert wel een lage prijs ‘zolang de pandemie duurt’, en werkt samen met het Serum Institute in India, de grootste producent ter wereld. Die overeenkomst werd geërfd uit de tijd dat het alleen de universiteit van Oxford het AstraZeneca-vaccin nog ontwikkelde. Maar ook AstraZeneca deelt geen patenten en technologie met de wereld.

Daarnaast werd de fundamentele kennis die het onderzoek naar de vaccins het afgelopen jaar mogelijk heeft gemaakt, de afgelopen decennia voor het grootste deel gefinancierd door universiteiten en overheidsinstellingen. Zo is de huidige vaccinproductie aan de kostenkant voor het grootste deel eigenlijk al genationaliseerd.

'Dik een jaar na de eerste golf weet nog steeds niemand hoeveel vaccinproductiecapaciteit er eigenlijk precies is'

Publieke kosten, private baten

Waarom hebben overheden eigenlijk geen hardere eisen gesteld? Als de kosten blijkbaar al gesocialiseerd waren, waarom dan ook niet de baten? ‘Ja, dat vraag ik me eigenlijk elke dag af,’ zegt ‘t Hoen. ‘Ik denk dat er in het begin veel paniekvoetbal is gespeeld. Er is snel veel geld uitgegeven zonder daar goed over na te denken. Daaruit blijkt dat er niet echt een plan was.’

t’ Hoen vindt dat overheden beter voorbereid hadden kunnen zijn. Iedereen wist immers dat een pandemie vroeg of laat zou uitbreken. ‘Daar moet je dan klaar voor zijn. Je kan in kaart brengen waar mogelijke productiecapaciteit is, hoe je de geneesmiddelen gaat financieren en op welke voorwaarden. Daar kan je van te voren over nadenken.’

Kiezen tussen productiecapaciteit en winst

En zo kan het dat in april 2021 nog steeds niemand eigenlijk precies weet hoeveel vaccinproductiecapaciteit er werkelijk is in de wereld. Maar dat er op dit moment meer geproduceerd kan worden, is zeker. 

In feite werken de Westerse farmabedrijven al samen met andere firma's. Sanofi gaat het Pfizer-vaccin produceren, Merck het Janssen-vaccin. Dat is precies wat er moet gebeuren, zegt ‘t Hoen. Maar dan ook op grote schaal, en buiten de hoge inkomenslanden. ‘Er zijn al bedrijven naar voren gekomen die zeggen te kunnen produceren, mits zij de benodigde technologie in huis hebben. Maar die bedrijven stuiten op weerstand. Sommigen spreken van een Westers kartel.'

Zo gaat de focus op winst ten koste van de snelheid waarmee we iedereen op de wereld zouden kunnen vaccineren.

 

De pandemieles

Wat zal uiteindelijk de les zijn van deze hele pandemie? Zal er überhaupt geleerd worden? Eind vorig jaar nog stemde de Europese Unie tegen een voorstel om de patentwetgeving voor coronavaccins tijdelijk op te schorten.

Ellen ‘t Hoen denkt dat er wel lessen getrokken zullen worden voor de geneesmiddelenindustrie in het algemeen. Die les is volgens haar dat innovatie tot stand komt door er geld aan uit te geven. ‘Dat kan je op twee manieren doen: door hoge prijzen toe te laten. Dat leidt tot toegangsproblemen. Of je kan innovatie direct financieren, zonder daarna de controle uit handen te geven. Dat hebben de Chinezen, de Russen, de Cubanen en de Vietnamezen gedaan. Daar waar landen geld pompen in het ontwikkelen van een vaccin, daar worden vaccins ontwikkeld. 

En dat is interessant juist voor de problematische gebieden van geneesmiddelenontwikkeling, zegt ‘t Hoen. Zo hebben farmaceutische bedrijven nauwelijks interesse in antibiotica, omdat ze daar geen goed verdienmodel in zien.

De jurist hoopt op een ander perspectief op innovatie en de rol van de overheid daarin. Maar ze hoopt bovenal op meer bewustzijn. Daarbij wijst ‘t Hoen op de Pandemic Treaty, een internationaal verdrag in de maak dat landen beter moet laten samenwerken wanneer de volgende pandemie uitbreekt. 

‘Misschien gaan we terug naar business as usual. Maar als ik kijk wat er politiek allemaal gaande is, dan gaan deze thema’s onvermijdelijk aan de orde komen. Dus ik ben er eigenlijk wel optimistisch over.’