Een paar maanden geleden liepen we nog en masse op straat voor de Women’s March en het klimaat. Nu zijn de straten leeg en zitten activisten – op een enkeling na – thuis. Hoe demonstreer je in een anderhalvemetersamenleving?

Er valt een hoop te bepeinzen, nu de wereld stil staat. Deze pandemie confronteert ons genadeloos met de tekortkomingen van onze samenleving: de schaduwkanten van het globalisme, onze eindeloze consumptiedrang, het doorgeslagen individualisme en een groeiende ongelijkheid – om er een paar te noemen.

Eén ding is zeker: de wereld zoals we hem kenden, bestaat niet meer. Als dit straks voorbij is, leven we in een nieuwe wereld. En als we die wereld vorm willen geven, dan is dít het moment om daarmee te beginnen, vinden velen. Maar hoe verander je de wereld, als je niet meer de straten op kunt gaan om daarvoor te strijden?

Ontevreden burgers laten zich echter niet tegenhouden door de pandemie, en gaan onverminderd door met vechten voor hun idealen. Zo vond deze maand in Israël het eerste straatprotest op anderhalve meter plaats. Een historisch moment.

 

Op 28 april jl. pakten ook Nederlandse demonstranten de spandoeken weer op om te protesteren tégen de coronamaatregelen. Maar nog meer activisten zoeken hun heil nu ergens anders: het internet.

We spraken activist Peter Paul Vossepoel en onderzoeker Stefania Milan en vroegen hen: hoe gebruik je het internet zo goed mogelijk om op te komen voor je idealen?
 

een virtuele landingsbaan bezetten

Begin april komen tientallen klimaatdemonstranten van het activistennetwerk Stay Grounded bij elkaar in het spel Second Life. Aldaar zullen ze in een – naar eigen zeggen –  ‘allereerste daad van virtuele burgerlijke ongehoorzaamheid’ een virtuele landingsbaan bezetten.

Met hun campagne #SavePeopleNotPlanes roepen ze de overheid op om strenge criteria te verbinden aan de overheidssteun voor vliegmaatschappijen die het financieel niet redden vanwege de pandemie. Ook willen ze vakantiegangers aansporen zo min mogelijk te vliegen. Een virtueel protest, hoe ziet dat eruit?

Enkele speeches worden met luid gejoel en geklap afgesloten en er wordt tijd genomen om een chant te doen. ‘Save people! Not planes!’ roept een vijftal actievoerders in hun microfoon – af en toe onderbroken door een wegvallende internetverbinding. Dan verzamelt de groep zich op de landingsbaan voor ‘s werelds eerste bezetting van een virtueel vliegveld. Er staan nu zo’n twintig activisten naast de landingsbaan, sommige van hen met zelfgemaakte protestborden.
 

online vs. 'echt' demonstreren

‘Het idee om deze online demonstratie te doen is ontstaan omdat er, ook in deze tijd, behoefte is om tóch lawaai te maken en aandacht op dit onderwerp te vestigen. De go-to daarvoor, buiten coronatijden, is demonstraties organiseren – dingen in de buitenlucht’ vertelt Peter Paul Vossepoel, een van de organisatoren van deze virtuele sit-in.

Vossepoel: ‘Ik heb een aantal platforms overwogen, maar wilde er één dat zo veel mogelijk op het echte leven leek. Daarom viel de keuze uiteindelijk op Second Life: je kan er bijvoorbeeld met elkaar bellen, je avatar [je eigen poppetje, red.] aanpassen en spandoeken maken. En ze hebben er vliegvelden.’

Hoe verhoudt zo’n virtueel protest zich tot een ‘echte’ demonstratie? Vossepoel: ‘Het grootste verschil met een real-life protest is dat we op deze manier minder aandacht genereren. In het echt, met wegblokkades bijvoorbeeld, ben je de boel echt aan het verstoren en krijg je dus meer aandacht.’ 

Maar, zegt de activist, actievoeren heeft meer functies dan alleen aandacht trekken: ‘Al bereiken we hiermee niet per se gelijk allerlei politieke doelstellingen, voor de community zelf is het bijvoorbeeld wel weer goed om dit soort acties te doen.’

'voor de community zelf zijn deze acties goed'

toch het verschil maken

De protestactie van Stay Grounded is er één van velen die deze maand eigenlijk in real life hadden moeten plaatsvinden. April zou dit jaar dé maand voor klimaatprotesten zijn – ook in verband met de 50e editie van World Earth Day op 22 april. 2019 was het Jaar der Burgerlijke Ongehoorzaamheid en 2020 beloofde het daar opeenvolgende Jaar der Verandering te zijn. Valt dat nu in duigen?

Zetten acties als die van Stay Grounded zoden aan de dijk, of is het een gimmick? Valt er een essentieel facet van de rechtsstaat weg, nu we niet de straat op kunnen om op te komen voor onze idealen? Of kunnen we nog altijd de wereld verbeteren, zelfs met een straatverbod? 

We kunnen alvast verklappen: ja, virtuele burgerlijke ongehoorzaamheid kan het verschil maken. Maar ook deze vorm van protest kent zo z'n keerzijden. 

online protesteren: een dubbel gevoel

Stefania Milan is digitaal socioloog, leraar aan de Universiteit van Amsterdam en auteur van Social Movements and Their Technologies: Wiring Social Change (2013), waarin ze de verbanden onderzocht tussen activisme en technologie.

‘Sinds de allereerste netstrikes in de jaren 90 is het internet erg gemonopoliseerd, geprivatiseerd en gecommercialiseerd. Onder activisten van toen, die nu in de veertig zijn, leefde altijd het idee dat het internet heroverd moest worden – dat het niet alleen van grote, commerciële spelers zou moeten zijn,' vertelt Milan.

'De spirit die de activisten toen hadden, leeft niet meer zo onder de jongere generatie; op hen zou die misschien zelfs naïef overkomen.'

We zijn niet langer kritisch tegen de platforms die we gebruiken om te schoppen tegen de gevestigde orde, zegt Milan, ook al zijn zij het die bepalen hoe het speelveld voor online-activisme er uitziet. En alhoewel het misschien zo vóelt, verschillen deze platforms wezenlijk van het publieke domein.

Milan: ‘Bij mij thuis moet je je schoenen uittrekken als je binnenkomt. En zo mag je op Facebook als vrouw je tepels niet laten zien. Sociale media willen graag geassocieerd worden met emancipatie, gemeenschapszin en activisme, maar aan het einde van de dag speel je nog steeds volgens hun regels.’

En daar is weinig geëmancipeerds aan, zegt ze. 

stukje geschiedenis

Milan: 'Al sinds de oude agora (letterlijk: verzamelplaats), het stadsplein
van Athene, staan stadspleinen symbool voor burgerparticipatie. Het idee
van demonstraties en protesten is onlosmakelijk verbonden met de publieke ruimte.'

Met de opkomst van het internet vonden mensen een nieuwe arena
voor hun protest, vertelt de sociologe. ‘Al snel realiseerden mensen zich: dit is de nieuwe digitale agora, laten we daarbinnen gaan bewegen – we kunnen dit niet negeren.’

Dus vond in de late jaren 90 de allereerste 'netstrike' plaats, toen al in een vorm die vandaag de dag nog steeds gangbaar is: de DDoS. 

‘Op 21 december 1995 verbonden duizenden gebruikers tegelijkertijd met een aantal Franse overheidswebsites, waarmee ze die – als protest tegen geplande atoomproeven in Frans Polynesië – platlegden’, aldus Milan. 

'er kleeft vaak ironie aan protesteren op het internet'

blijf kritisch op online platforms

Dat we niet kritisch zijn tegenover de platforms die we gebruiken, zien we daarnaast als het aankomt op onze privacy: ook die komt in het geding als je gebruik maakt van (gratis) online platforms om daar te gaan demonstreren.

Is dat gevaarlijk? Het is in ieder geval iets om bij stil te staan, zegt Stefania Milan: ‘Deze bedrijven hebben vaak een afschuwelijk privacybeleid. Als ik iets op Facebook doe, wordt mijn hele sociale netwerk daar automatisch mee verbonden. Dus het belangrijkste is dat je als activist nadenkt wat je waar doet. Overleg bijvoorbeeld, voor een protest, je strategie liever niet op Whatsapp – dat is immers ook van Facebook – maar op Signal of Telegram. Dat is al iets veiliger.’

Overigens, zegt Milan, kleeft er wel vaker ironie aan het houden van protesten op het internet: ‘Mensen protesteren tégen kapitalisme, op een kapitalistisch platform. En het runnen van alle servers om sociale media draaiende te houden, heeft best een grote impact op het milieu.’

‘begeef je tóch in die virtuele openbare ruimten, hoe weinig privacy er ook is’

laat je tóch zien

Is protesteren op internet, met al die haken en ogen,  het eigenlijk wel waard? Maak je echt het verschil met zo’n virtueel protest?

Het kan, aldus Milan, maar dat is wel afhankelijk van een set factoren: ‘Hoe gevoelig zijn de media in jouw land voor wat er op het internet gebeurt? Op welk medium bevindt jouw doelgroep zich? Gebruikt die überhaupt wel internet?’

Om als demonstrant het verschil te maken moet je gaan waar de mensen zijn. Dus, beaamt Milan: ‘Begeef je tóch in die virtuele openbare ruimten, hoe weinig privacy er ook is. Digitaal gaan is een hele goede manier om je te laten zien, en te voelen dat je deel bent van een groter geheel.’