Het bericht van het kabinet tijdens de afgelopen persconferentie was helder: afgezien van het feit dat basisscholen in mei voorzichtig hun leerlingen mogen verwelkomen, blijft de situatie weinig onveranderd.
Berichten dat die situatie ook op de langere termijn (maanden, misschien wel jaren) nog aanhoudt of dat we de komende jaren rekening moeten houden met meerdere lockdowns per jaar bieden weinig soelaas. Dan kunnen we ons er maar beter op voorbereiden.
Hoe gaan we straks met z’n allen toch een beetje sociaal samenleven? En waar moeten we rekening mee houden als we straks beetje bij beetje voorzichtig weer opstarten? Socioloog en stadsgeograaf Justus Uitermark schetst ons een aantal situaties, op korte, middellange en lange termijn. Spoiler: erg hoopvol worden we er niet van. ‘Het zal een benauwende situatie worden.’
De huidige coronasituatie zou nog wel eens maanden of zelfs jaren kunnen blijven opduiken. Daar kunnen we ons maar beter op voorbereiden. Maar hoe dan? Socioloog en stadsgeograaf Justus Uitermark schetst een aantal scenario's.
wat gaat er gebeuren op korte termijn?
‘De solidariteit zoals we die een paar weken geleden nog heel erg sterk voelden, is nu langzaam wat weggeëbd. Dat gevoel van solidariteit was gebaseerd op een emotie en een gedeelde ervaring, waar nu beide minder sprake van is. Het postcorona-tijdperk is nu eenmaal het nieuwe normaal geworden.'
‘Op zich zat dat in de lijn der verwachting, net zoals het steeds meer stellen van de vraag wie er moet opdraaien voor de kosten. De emotionele collectieve solidariteit brokkelt wat af, en verandert langzaam in een politieke discussie, waarbij juist wordt gekeken hoe we die solidariteit nu in regelingen moeten vormgeven.'
‘Daarbij zijn twee vragen heel belangrijk, en daar moeten we nu al mee aan de slag: moeten we de situatie van vóór corona gebruiken als blauwdruk voor de wederopbouw, of moeten we een nieuwe realiteit proberen te creëren, waarbij bepaalde groepen meer steun zullen ontvangen dan anderen? Daarnaast moeten we ons afvragen of we de ongelijkheden die zich nu aftekenen op hun beloop moeten laten óf dat we moeten ingrijpen.’
‘Langzaam wordt er nu een aanzet gedaan voor een discussie over wat we precies opnieuw willen opbouwen: wat we belangrijk vinden, wie de kosten moet gaan dragen, etcetera. Op de korte termijn zal die discussie alleen maar intenser worden, en dat kan allerlei kanten op gaan: enerzijds een fundamentele discussie, in het parlement en daarbuiten, over hoe we onze samenleving opnieuw opbouwen. Tegelijkertijd zal daarover onrust ontstaan en zal de kritiek op het overheidsbeleid toenemen.'
‘Je ziet nu al duidelijk dat het ongenoegen in de samenleving toeneemt: mensen worden ongeduldig en geïrriteerd. Als je wil voorkomen dat mensen kribbig gaan worden, moet je een perspectief bieden. Dat ontbreekt nu.'
'"De huidige situatie is het nieuwe normaal en het blijft voorlopig afzien", is steeds de strekking. Zicht op de wederopbouw en nieuwe impulsen zijn juist hard nodig, ook om mensen te blijven stimuleren.'
'er wordt nu geen perspectief geboden; mensen worden kribbig'
wat verandert er op middellange termijn?
‘Vooral steden zullen er op de middellange termijn radicaal anders gaan uitzien. De stad heeft door de lockdown al enorm aan belang ingeboet. Wat we normaal associëren met stedelijkheid is er op dit moment niet. De enorme dichtheden, de toevallige contacten, dat zal ook op korte termijn niet terugkomen.'
‘Op het moment dat horeca, musea, theaters en andere plekken weer mensen mogen toelaten, zullen ze hier selectiever in worden, om zo de anderhalve meter afstand te kunnen bewaren. Veel minder mensen zullen van die stedelijke ervaring kunnen genieten. Dat maakt de stad exclusiever en afstandelijker, en dat is niet een heel aanlokkelijk perspectief.'
‘Zodra meer plekken open gaan, zullen vragen als ‘Komt u hier om iets te kopen? Zo nee, dan hoort u hier niet’ nog scherper gesteld gaan worden. De ongedwongenheid dat je ergens kon verkeren omdat je het prettig vond om onder de mensen te zijn, zal afnemen.'
‘Om toch beetje bij beetje weer op gang te komen zullen we veel meer categorieën van gedrag gaan ontwikkelen en institutionaliseren. Om meer fysieke ruimte te creëren, zoals de anderhalve meter, moet je een heel hecht stelsel van omgangsregels bedenken. Hoe meer fysieke ruimte we nodig hebben, hoe beklemmender en beperkender die institutionele regels zullen zijn.'
‘Er zullen allerlei routines ontwikkeld worden om te bepalen wie waar aanwezig mag zijn, en wie er moet optreden als mensen zich niet aan de regels houden. Er komt veel meer surveillance en meer bewustzijn over wat hoort. Al met al zal het een meer benauwende ervaring worden.'
hoe ziet de samenleving eruit op lange termijn?
‘Als er geen vaccin komt, zullen we op den duur gewend raken aan dat hechte stelsel van omgangsregels en gedragingen. Maar zelfs met de komst van een vaccin zullen we daar niet zomaar in één keer afscheid van kunnen nemen. Dat zal selectief worden afgebouwd. Ook dan is het maar de vraag of we teruggaan en terug kunnen naar de situatie zoals we die kenden van vóór corona. Bepaald gedrag dat we dan hebben geïnstitutionaliseerd zal blijven, zoals bijvoorbeeld het nieuwe groeten. Wie weet of de handdruk wel ooit helemaal terugkomt?’
‘Mocht het moment straks daar zijn dat we allemaal een vaccin hebben gehad, dan moeten we daar een fantastisch moment van maken. En daar zouden we eigenlijk nu al mee bezig moeten zijn. Het is misschien ook wel een lichtpuntje aan de horizon. Het zou heel tragisch zijn als we dit moment zo aan ons voorbij laten gaan, zonder te vieren dat we dit samen hebben doorstaan.'