Aangezien gemeenten, hulporganisaties en experts het tekort aan betaalbare huizen als oorzaak noemen, is de oplossing niet zo moeilijk aan te wijzen: bouw zo snel mogelijk zo veel mogelijk betaalbare woningen. Hoe serieus die opdracht wordt genomen, zal in grote mate afhangen van de verkiezingen volgend jaar maart.
Intussen zitten burgers niet stil. Overal in het land slaan burgers de handen ineen, om via sociale en duurzame woningcoöperaties dan maar zelf een aantal betaalbare woningen uit de grond te stampen. Zelfs de gemeente Rijswijk besloot onlangs zelf maar weer middenhuur-woningen te gaan bouwen, omdat private partijen geen brood zien in die markt.
En ook de nationale overheid erkende de crisis door in juni aan te kondigen dat het tienduizend woningen wil bouwen om dak- en thuislozen onder te brengen. ‘Maar dat gaat maar om zeer tijdelijke sobere woningen,’ zegt Hochstenbach daarover. ‘Sinds de bezuinigingen op de wooncorporaties is het aantal nieuwe sociale woningen dat gebouwd wordt, gedaald met 15.000 woningen. Aan de ene kant bouwt de nationale overheid wat tijdelijke woningen, maar andere kant is er jarenlang ingehakt op de betaalbare huurvoorraad. De structurele trend blijft hetzelfde, en daartegenover worden een paar kleine wijzigingen gezet.’
Wat er écht moet gebeuren, is dat de klassieke volkshuisvesting weer wordt omarmd, zegt Hochstenbach. Elke burger heeft recht op een woning; het is de taak van de overheid dat recht te garanderen. Laat dat recht op wonen niet alleen over aan de markt. Hochstenbach: ‘Zorg als overheid voor betaalbare woningen voor mensen met een laag inkomen én voor mensen met een middeninkomen. ‘