De boerenprotesten van de afgelopen maanden laten zien dat de boeren zich bedrogen voelen door de Haagse politiek en in de steek gelaten door een deel van de samenleving. Jarenlang hebben de boeren aan de Haagse regelgeving proberen te voldoen. Om op te kunnen schalen, hebben de boeren zich in diepe schulden gestoken door grote investeringen, en nu moet in één keer alles anders.
Tegelijkertijd is het conventionele landbouwmodel te belastend voor de natuur, verbruikt het te veel energie, put het land uit, en stoot het door de enorme veestapel te veel stikstof uit. Wereldwijd zorgt het huidige landbouwmodel voor ontbossing, gronduitputting, droogte, biodiversiteitsverlies en draagt het bij aan klimaatverandering.
De landbouwsector moet hervormen, zo luidt het devies uit Den Haag. Het moet milieuvriendelijker, richting de kringlooplandbouw. De coronacrisis heeft de roep om kleinschalige lokale landbouw versterkt.
Maar kan het wel kleinschaliger? Nederland produceert toch voedsel voor de hele wereld? Het lijkt een onmogelijke taak: de landbouw milieuvriendelijker maken, meer waardering voor de boer creëren met eerlijker agrarisch werk én de wereld voeden.
Toch ligt een oplossing recht voor onze neus: overstappen op de ‘agro-ecologie’.
Dat zegt Pablo Tittonell, landbouwecoloog, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en verbonden als (externe) wetenschapper aan de Universiteit Wageningen en de Argentijnse academie voor de wetenschappen CONICET. In onze zoektocht naar de landbouwmethodes van de toekomst spreekt Tegenlicht met de Argentijn over wat agro-ecologie is, en hoe het de oplossing kan zijn voor zowel het wereldwijde voedselprobleem, het landbouwvraagstuk in Europa als het duurzaamheidsvraagstuk.