Harvard-professor Shoshana Zuboff schreef een monumentaal en verontrustend werk over de nieuwe economische orde waarin wij ons volgens haar bevinden: The Age of Surveillance Capitalism.
Zuboffs boek, dat door sommigen al vergeleken is met Karl Marx’ Het Kapitaal en Thomas Piketty’s bestseller Kapitaal in de 21ste eeuw, gaat over de opkomst van een parasitaire economische logica waarin grootdatabezitters en datahandelaren als Google en Facebook de dienst uitmaken en waarin menselijk gedrag tot handelswaar wordt gereduceerd.
Tegelijkertijd kan The Age of Surveillance Capitalism gelezen worden als een pleidooi voor de verdediging van de menselijke waardigheid. Dat is ook niet zo gek, want in tijden waarin we steeds meer gaan samensmelten met geavanceerde technologieën wordt de vraag naar wat het betekent om mens te zijn actueler en urgenter dan ooit.
Daarmee betreden we een wijsgerig moeras. Door de eeuwen heen hebben filosofen zich het hoofd gebroken over de vraag wat de mens tot mens maakt. Is het de menselijke ratio, ons idee van vrijheid of autonomie, dat we een besef hebben van onze eigen eindigheid of moeten we de essentie van ons mens-zijn zoeken in het feit dat we verhalenvertellers zijn?