‘Ik zei tegen die arts: “No bullshit,”’ vertelt Paul White (63), die geboren is in Boston en zijn zinnen doorspekt met sappige uitdrukkingen. ‘“Hoeveel verbetering kan ik verwachten?” Hij antwoordde: “Geen.” Dus dat was dat. Ik verwacht niets.’
White – al 26 jaar in Nederland, getrouwd en vader van drie pubers – viel thuis van de trap en brak zijn nek. Hij raakte verlamd vanaf zijn schouders en zit nu in een rolstoel. Thuis slapen is niet mogelijk, White overnacht in revalidatiecentrum Zuiderhout in Haarlem, vlakbij zijn huis. Als hij ’s morgens gewassen en verzorgd is – een ritueel dat twee uur kost en, zo zien we in Stuk, onder meer het mechanisch omhooghijsen van zijn willoze lichaam behelst – wordt hij opgehaald en naar huis gebracht. Waar zijn zoons huiswerk maken, waar zijn vrouw is, en zijn leven.
Hoe reageerde u toen die arts dat zei?
‘“I got it,” zei ik, ik accepteer het. Het is moeilijk en zwaar, vooral omdat ik zo afhankelijk ben. Maar ik ben 63, in Heliomare leerde ik Daan van zestien [ook te zien in Stuk, IvdV] en Jack van 23 kennen. Ik mag van geluk spreken dat ik zo veel goede jaren heb gehad en zo veel heb gezien van de wereld.’