Van een afstand bezien is het een reguliere zorginstelling, mooi gelegen in het duinlandschap. De zilte zeelucht, de wind en de meeuwen hebben hier vrij spel. Zelfs wie naar binnen gluurt, ziet in eerste instantie een vertrouwd beeld. Witte jassen, lange gangen, gordijnrails aan het plafond rond de bedden. Maar wie beter kijkt, echt heel goed kijkt, ziet in het revalidatiecentrum een miniatuursamenleving vol mensen die op de grenzen stuiten van hun bestaan.
In Stuk, een noodlotsvertelling in vier delen – een documentaireserie waarin regisseur Jurjen Blick stijlmiddelen gebruikt die ontleend zijn aan fictie – volgen we het wel en wee van een aantal mensen, allen op hun eigen wijze getroffen door het noodlot.
Neem Paul. Van de trap gevallen toen hij ’s nachts struikelde, omdat hij zijn vrouw niet wilde wekken door het licht aan te doen. Of Maaike. Wie bedenkt dat uitgerekend zij met haar man achter de oplegger van een vrachtwagen rijdt met daarop een hoogwerker die niet goed bevestigd blijkt?
Bij scholier Daan deed zich tijdens een operatie een ‘zeldzame medische complicatie’ voor, waardoor hij nu is opgezadeld met een dwarslaesie. En Niels raakte na een hersenbloeding buiten bewustzijn, waarna een deel van zijn schedel verwijderd moest worden. Lijkt het alleen maar zo, of is zijn karakter nu echt veranderd?