Bij de onafhankelijkheidsceremonie van het voormalige Belgisch Congo in 1960 neemt geheel tegen het protocol in de nieuwe premier Patrice Lumumba het woord. In een vurige speech hekelt hij het koloniale regime en de jarenlange vernedering van de zwarte bevolking. Beledigd dreigt koning Boudewijn het eerste beste Sabena-vliegtuig naar huis te nemen. Op 17 januari 1961 zou Lumumba - met medeweten van het Belgische bewind - letterlijk van de aardbodem verdwijnen.

In Speeches spreken we verder met Jamais Kolonga, die op de radio verslag deed van de onafhankelijkheidsspeech en daarna perschef werd van Lumumba. In Belgisch Congo mocht hij zichzelf een evolué noemen. Wat betekende dat je je als zwarte net iets blanker wist te gedragen. Kolonga had bijvoorbeeld geleerd hoe met mes en vork te eten en droeg pantoffels thuis.

Na Lumumba’s dood, verdween Kolonga voorgoed van het politieke toneel. Speeches vertelt daarnaast ook het verhaal van Julie. Als half-blank meisje werd ze weggehaald uit het nieuwe onafhankelijke Congo, nu bestuurd door zwarten. Ze komt terecht in een adoptiegezin in klein Vlaams dorp. In dit dorp is ze een heuse bezienswaardigheid; waar ze in Congo gewantrouwd werd omdat ze half-blank was, is ze nu vooral half-zwart. 

Kind uit de Congo

Door: Mathijs Deen

In 1960 werd, na een geruchtmakende en ondiplomatieke toespraak, Congo’s president Patrice Lumumba vermoord. Anno nu tonen opgeduikelde oude dia’s van Vlaamse dorpstaferelen ook een Congolees meisje. Volg het spoor terug.

Toen filmmaker en researcher Maren Merckx in haar geboorteplaats Sint-Niklaas (B) in de lokale kringloopwinkel een doos met oude dia’s vond en ze er een paar tegen het licht gehouden had om te zien wat er op stond, aarzelde ze niet en legde de vierenhalve euro neer die de verkoper ervoor wilde hebben. Ze wist niet aan wie de dia’s hadden toebehoord, maar ze had al wel gezien dat ze bijna allemaal in Afrika genomen waren en dat er veel nonnen en paters op stonden. Zoiets kan in België maar één ding betekenen: deze dia’s kwamen uit de voormalige kolonie Congo.

Thuisgekomen bleken er ook dia’s tussen te zitten die in België genomen waren: dorpstaferelen, straatimpressies met fanfares, een familieopstelling voor een veld met rijp graan, een windmolen op de horizon. Vaak stonden er nonnen en paters bij; klaarblijkelijk op memorabele momenten, even thuis uit Afrika, in familiekring gefotografeerd. De serie ademde een Belgisch levensgevoel van een halve eeuw terug dat Merckx herkende van haar grootouders. En wat haar opviel: op bijna alle taferelen die in Vlaanderen genomen waren, stond ook een Congolees meisje, opvallend tussen de bleke kinderen; donker, maar niet al te donker. Bij gebrek aan een diaprojector bleven de dia’s kleine tegen het licht gehouden plaatjes met weinig detail. Ze borg ze op en vergat ze.

Ook toen ze begonnen was aan de research voor de aflevering van Speeches die over Patrice Lumumba zou gaan, dacht ze geen moment aan de dia’s. Ze haalde de geschiedenis nog eens op die haar als geboren Belgische al zo bekend was: Patrice Lumumba, de Congolese politicus, ooit door Belgische missionarissen opgeleid, die zich ontworstelde aan het koloniale verwachtingspatroon en als voorman van de Mouvement National Congolais met succes aanstuurde op onafhankelijkheid.

Uiteindelijk zou hij, bij de soevereiniteitsoverdracht van 30 juni 1960, in bijzijn van koning Boudewijn een ondiplomatieke toespraak uitspreken die hem een half jaar later de kop zou kosten. 

negers

Het programma Speeches zoekt naar de impact die legendarische toespraken op direct of indirect betrokkenen hebben gehad. De rede van Lumumba is daar een sprekend voorbeeld van, niet alleen omdat z’n woorden de onafhankelijkheid van Congo markeerden en dus het leven van miljoenen mensen veranderden, maar ook omdat hij de koning en het Belgische establishment voor het oog van de wereld in niet mis te verstane bewoordingen schoffeerde. ‘Wij hebben spot moeten ondergaan, beledigingen, slaag, ’s ochtends,

’s middags en ’s avonds omdat we negers waren,’ sprak Lumumba op die 30ste juni. ‘Wie zal de terechtstellingen vergeten, de cellen waar ze diegenen ingooiden die niet meer bereid waren zich te onderwerpen aan een rechtssysteem van onderdrukking en uitbuiting?’

Er is in België onder historici weinig twijfel over de rechte lijn die voert van het moment dat Lumumba deze woorden uitsprak en het moment dat hij werd vermoord. Zijn lijk is nooit gevonden.

De formule van Speeches is dat er drie mensen aan het woord komen wier leven door de gevolgen van de toespraak ingrijpend is veranderd. Merckx zocht in Congo en vond de man die de onafhankelijkheid voor de nationale radio aankondigde en die na de dood van Lumumba moest vluchten. Ze vond in België een oud, nooit volledig uitgezonden interview van een inmiddels overleden Belgische politiechef die betrokken was bij de verdwijning van het lijk van Lumumba. Maar wie zou de derde persoon moeten zijn? Pas toen schoot het haar te binnen dat ze ooit die doos met dia’s had gekocht. Ze liet ze inscannen en zag ze voor het eerst op haar computerscherm in alle scherpte.

Schone Julie

‘Kijk, wat een foto,’ zegt ze en schuift haar opengeslagen laptop naar me toe. Ik zie twee witte nonnen, gehurkt in tropisch, hoogopgeschoten gras. Op de volgende foto een Congolees in Belgisch uniform naast een motorfiets. Dan weer een oogverblindend witte non, dit keer in amazonezit op een boomstam. Het is een voorbije wereld, op het oog heel vredig. Alle Belgen en Congolezen blikken tevreden in de lens.

‘Maar hier is waar het mij om ging,’ zegt Merckx, ‘hier begon ik de beelden te herkennen uit mijn eigen jeugd.’ De volgende foto toont een straat in een Vlaams dorp, met voor het huis het donkere meisje in een bloemetjesjurk. ‘Het is altijd weer dat ene, zwarte meisje, zie je?’ De ene na de andere dia komt voorbij. Allemaal dorpstaferelen, allemaal platteland; heel herkenbaar, maar ook heel inwisselbaar.

‘Ik herken de hele sfeer van de huizen, maar ik wist eerst niet waar het was,’ zegt Merckx. ‘En ik begon te zoeken. Ik tuurde op al die foto’s op zoek naar aanwijzingen die me duidelijk konden maken waar ze genomen waren. Want ik wilde haar vinden, ook al wist ik helemaal niet of haar leven ook door de speech van Lumumba veranderd was.’

Uiteindelijk bevatte een dia waarop een fanfare met geheven vaandel voor een processie uit door een dorpsstraat trok de aanwijzing die ze zocht. Want op dat vaandel stond de naam van de plaats waar de fanfare vandaan kwam: Temse, een dorp aan de Schelde nog geen vier kilometer van Sint-Niklaas. De Facebookgroepen ‘Vrienden van Temse’ en ‘Vrienden van St Niklaas’ boden uitsluitsel. Nauwelijks had Merckx een paar dia’s gepost, of de reacties kwamen binnen.

‘Die reacties waren heel dorps,’ zegt Merckx, ‘da’s de schone Julie, die toch niet zo onschuldig was.’ Ze zoekt even op haar telefoon en leest dan voor: ‘Het adoptie-echtpaar is met hevige ruzie naast elkaar blijven leven omwille van het feit dat Alphons zijn Congolese dochter te graag zag. Julienne was dan ook het bekijken waard en zij deed nogal uitdagend ook.’

Dit soort teksten wezen op een drama van een onbeschermd, ontworteld kind in een dorp dat haar volkomen vreemd was. Julie bleek Temse dan ook verlaten te hebben. Merckx vond haar in een flat met uitzicht over Antwerpen.

halve blanke

Toen ze haar opzocht, werd duidelijk dat ze een dochter is van een blanke Franse koloniaal, die haar had verwekt toen haar moeder nog maar een jaar of vijftien was. Hij erkende haar niet en liet haar aan haar lot over. Ze genoot in de koloniale tijd als halve blanke naar eigen zeggen een bevoorrechte positie, maar toen duidelijk werd dat Congo zelfstandig zou worden, is ze ‘uit voorzorg’ bij haar moeder weggehaald.

‘Er waren namelijk speciale weeshuizen ingericht voor halfbloed-kinderen van blanke vaders, waar nonnekes zich over hen ontfermden,’ vertelt Merckx. ‘En er is met zicht op de onafhankelijkheid een katholieke campagne geweest vanuit de gedachte dat die kinderen gered moesten worden. De speech van Lumumba wakkerde de angst voor geweld zo ver aan dat je achteraf kan begrijpen dat Sabena honderden kinderen naar België heeft gevlogen. Dat gebeurde met ingezameld geld en steun van de Belgische regering.’

Het drama van een ombeschermd, ontworteld kind in een dorp dat haar volkomen vreemd was

Zo is Julie dus in Temse terecht gekomen; in een wereld die haar vreemd was, ver van haar familie en onbeschermd tegen dorpelingen die hun handen niet thuis konden houden. Haar vader zou haar nooit erkennen. Hij is nu dood.

Wat er ondertussen in Congo met Lumumba gebeurde is bij iedere Belg bekend. Al gauw na de onafhankelijkheid verkeerde het land in grote chaos. Kolonel Mobutu, ooit Lumumbist van het eerste uur, pleegde een staatsgreep en de overwegend door blanken gedomineerde provincie Katanga, de schatkamer van het land, splitste zich af. Lumumba werd gevangen gezet, en op 17 januari 1961 overgevlogen naar Katanga, waar hij werd mishandeld en vermoord. Omdat de opdrachtgevers niet wensten dat zijn lichaam ooit gevonden zou worden, is het weggewerkt, kwijt gemaakt, opgelost. Het is een van de duisterste episodes uit de Belgische geschiedenis, die nog altijd met omfloerste beweringen is omgeven.

opdracht

België is in 2002 zover gegaan toe te geven dat het ‘de hand heeft gehad in de omstandigheden die hebben geleid tot het einde van Lumumba’. Maar dat hij na zijn dood op bevel van blanke functionarissen in stukken is gehakt en opgelost in zwavelzuur, zoiets valt buiten het woordenboek van het politieke discours.

Merckx vond het ruwe materiaal van een interview dat de Vlaamse televisie in 1999 had opgenomen met Gerard Soete, die ten tijde van de moord in Katanga werkzaam was als politiechef. Hij ontving de onwerkelijke opdracht om het lijk op te graven en te laten ‘verdwijnen’. De details zijn voor een normaal mens te gruwelijk om er een concrete voorstelling van te maken. Maar Gerard Soete heeft tot z’n zelfmoord in 2000 met die beelden moeten leven. Hij was een autoritaire man, weinig benaderbaar, die zich vaak opsloot in zijn studeerkamer. Het is hem aan te zien als hij het verhaal vertelt. Hij lacht, hij valt stil, hij staat op en gaat weer zitten, hij weet soms niet hoe het allemaal te zeggen.

‘Je ziet hoe die man dat voor het eerst helemaal vertelt en hoe hij daaronder lijdt,’ zegt Merckx. ‘Al die wisselingen in zijn stemming, van heel ongemakkelijk tot heel open. Het lijkt wel een theatermonoloog, vijftig minuten lang.’ Merckx en regisseur Roel van Broekhoven hebben natuurlijk de afweging gemaakt of al die gruwelijke details wel in de uitzending thuishoorden. ‘Maar ik vind toch dat de gedetailleerdheid en de gruwelijkheid het verhaal juist menselijker maken,’ zegt Merckx. ‘Als we hem niet hadden laten vertellen welke beelden hem z’n leven hebben achtervolgd en hoe hij ermee geworsteld heeft, dan was hij alleen een kille uitvoerder geweest. Maar nu zie je iemand die twijfelt, die bochten maakt, die lijdt. Je ziet een mens.