Het verschil in temperament en aanpak is evident. Roland Duong – koud terug uit India – legt meteen zijn inspiratiebron op tafel. Mahatma Gandhi in de vorm van een fotolijstje en een boek: A political and spiritual life. Hij heeft bovendien een overhemd uit zijn kledingkast meegenomen naar kantoor. Made in India, voor een schijntje gekocht bij Zara in Hongarije. ‘Om in de sfeer te komen.’
Teun van de Keuken leunt achterover, is ongedurig en met zijn telefoon in de weer, stelt veel ter discussie. Als je hem vraagt welk pak hij precies droeg in zijn hoedanigheid als textielkoopman, blijft het stil. Ontwijkend: ‘Ik heb me goed laten informeren over wat die mannen dragen.’ Geheim van de smid.
Samen vormen zij televisieproductiebedrijf Appelbaum. ‘Teun is de superspits,’ zegt Duong, ‘die onder druk de goeie vragen stelt en de goeie dingen doet.’ Hijzelf is meer ‘van het globale plaatje’. Vandaar dat ze zo’n goed tandem zijn en de rolverdeling meestal voor de hand ligt. De enige manier om door te dringen tot de krochten van de industrie, daar kwamen ze op uit, was als Teun undercover zou gaan als ‘supergreedy textielbaron’. Zijn dekmantel: deze gewiekste televisiepresentator is bezig met de ‘start-up’ van een eigen modelijn.
Van de Keuken: ‘Als ik dat pak aantrok, wérd ik ook die figuur. Dan ging ik die mensen uitkafferen of in elk geval pressen voor een zo laag mogelijke prijs. Ik had zo’n grote calculator bij me, dus ik drukte op wat knoppen en belde ook nog even met de baas of er niet toch nog 20 cent af kon. Rottig om te doen, maar niemand keek er raar van op. Het werd normaal gevonden.’
Duong: ‘Het is een race to the bottom waarin je je alles kunt permitteren. Je zegt gewoon: voor jou duizend anderen, dus kom me maar tegemoet.’