De zesdelige serie Robo sapiens voert de kijker over de hele wereld, langs een staalkaart van wat kunstmatige intelligentie allemaal vermag. Van Amerikaanse robotrock en een pratend hoofd in Addis Ababa tot louter door reuzenrobots bemande Chinese fabrieken en sekspoppen die zo knap zijn dat geen importbruid er nog tegenop kan. Het doet afwisselend huiveren, verbazen of glimlachen – dat laatste, omdat er ook weleens wat mislukt.
Aardig wat zelfs, vertelt Jelle Brandt Corstius. 'Er wordt wel van alles beloofd, maar in de praktijk is het vaak nog niet zo flitsend. Terugkijkend denk ik dat de verwachtingen van kunstmatige intelligentie op korte termijn te hoog zijn en op lange termijn te laag. Maar na het maken van deze serie accepteer ik dat kunstmatige intelligentie in de toekomst een heel belangrijke rol zal spelen. Dit is een interessante tijd. Vergelijk het met de opwarming van de aarde: het moment om dat te agenderen was dertig jaar geleden. Het moment voor kunstmatige intelligentie is nu.'
Het is zaak dat kunstmatige intelligentie op de politieke agenda komt. Hierin staat Brandt Corstius bepaald niet alleen. We zijn bar slecht voorbereid op het leven met de toekomstige technologie, schreef Yuval Noah Hahari, bekend van de bestsellers Sapiens en Homo Deus, recent in The Guardian. 'Zoals in de twintigste eeuw de trein, elektriciteit en de radio werden ingezet door het naziregime, maar evengoed om de vrije democratie vorm te geven, zo zal kunstmatige intelligentie in deze eeuw een nog veel grote spectrum aan mogelijkheden bieden. De beslissing wat er wel en niet moet komen, kan weleens de belangrijkste zijn die de mensheid komende decennia moet nemen.'
(tekst loopt door onder afbeelding)