Na twaalf jaar afwezigheid is het hoorspel Radio Bergeijk van Toon Spoorenberg en Peer van Eersel weer in de lucht. De VPRO Gids sprak met makers Pieter Bouwman (1958) en George van Houts (1958) over dit heugelijke nieuws.

Hugo Hoes

Dit artikel verscheen in VPRO Gids nummer 33/34.

Radio Bergeijk: nieuwe afleveringen vanaf 27 augustus op NPO Radio 1 en in je favoriete podcastapp

Hoeveel afleveringen van Radio Bergeijk waren er al?  

George van Houts: ‘642.’   

Nee!  

Pieter Bouwman: ‘Dat is voor ons ook een verbijsterende gedachte.’ 

GvH: ‘Als mij van te voren was gezegd dat we in zeven jaar 642 afleveringen moesten maken, was ik er niet aan begonnen. Dan denk je: stik met je radio-ellende.’ 

PB: ‘Negentig procent zijn we ook vergeten. Nu komen we soms op onderwerpen die al gedaan zijn.’ 

GvH: ‘Die hebben we dan al.’ 

PB: ‘Er verandert ook niet veel in plaatsjes als Bergeijk. Nog altijd staan er dezelfde soorten berichtjes in huis-aan-huisblad De Eyckelbergh.’ 

Radio Bergeijk eindigde in 2007 met de dood van technicus Tedje van Lieshout. 

PB: ‘Dat weet ik niet meer.’ 

GvH: ‘We hebben een aantal eindes gehad, omdat we nooit wisten of we na afloop van het seizoen door konden gaan.’

PB: ‘Of een cliffhanger als einde. Een keer met een volksverhuizing waarbij heel Bergeijk naar Eersel trok, en ook was Bergeijk een keer verdwenen en bleek het achter Enschede te zijn beland.’ 

GvH: ‘En zelfs in de ruimte. Dat er gewoon niks meer was. Met God en Petrus, die het over Bergeijk hadden. Binnen alle hoeken van het universum hebben we al een keer een einde meegemaakt.’ 

Waarom zijn jullie destijds gestopt?  

GvH: ‘We begonnen onszelf te herhalen en aan de productiedwang kwam een beetje een einde.’  

PB: ‘En er was zelfs al een Radio Bergeijk-soapserie van Pieter Verhoeff op televisie geweest. Daarbij overkwam mij nog een persoonlijke ramp, waardoor de serie ook een tik kreeg.’ 

Brandstichting.  

PB: ‘Gewoon brand, geen brandstichting. Mijn huis is helemaal uitgefikt en ik heb daarbij mijn kat horen stikken. De koek was volledig op. Maar na een jaar of wat dachten we: zou het niet leuk zijn om het weer op te pakken? Kijken wat er gebeurt.’   

GvH: ‘Op 30 maart 2017, mijn verjaardag, heb ik Pieter samen met technicus Mat Wijn en producer Jan Vermaas uitgenodigd voor een lunch. Die wilde ik nooit op mijn verjaardag hebben, want het zijn nogal rabiate types. Je weet niet wat je in huis haalt.’  

PB: ‘Maar dat was bij Frankendael. Niet goedkoop hoor. Hij heeft flink zijn portemonnee getrokken.’ 

lees en luister meer Radio Bergeijk

GvH: ‘Toen hebben we gezegd: laten we kijken of het nog kan. Iedereen zag het zitten. Nu kunnen we direct aan de gang, dacht ik, maar dat heeft nog twee jaar geduurd. Jan Vermaas hebben we uit de arrenslee moeten gooien, voor de wolven. Die is met pensioen. De VPRO vroeg ons tien keer dertig minuten te maken en het zijn uiteindelijk dertig kwartieren geworden. Vijftig procent meer dus. Eenmaal tegenover elkaar achter de microfoon was het meteen weer: beng! Flits, flits, flits! Dat heeft ons wel verbaasd.’

Hebben jullie daarover getwijfeld?

PB: ‘Absoluut. In mijn leven waren ook nogal wat dingen veranderd, waaronder stoppen met alcohol bijvoorbeeld. Ik dronk altijd wel een borreltje voordat we gingen keten, omdat ik dacht dat dat nodig was.’ 

Slechte gewoonte.   

PB: ‘Het heeft wel 642 afleveringen gewerkt.’ 

GvH: ‘Je moet eens kijken hoeveel kunstwerken er wel niet zijn gemaakt onder invloed.’ 

PB: ‘De mannen van de radio maakte Hans [Teeuwen, red.] op marihuana en ik op wijn. Sociale smeermiddelen waardoor je makkelijker praat. Het kan deurtjes openen die anders beleefdheidshalve gesloten blijven. Nu merkte ik, en daar maakte ik me vooraf enigszins zorgen over, dat het ook zonder kon. De creativiteit komt niet per se uit de fles, al wist ik dat eigenlijk ook wel. Het ging weer als een tierelier en Mat vond het ook leuk. We kwamen weer in onze speeltuin terecht.’ 

'Eenmaal tegenover elkaar achter de microfoon was het meteen weer: beng! Flits, flits, flits!'

Is het geworden wat jullie voor oren hadden?

GvH: ‘Meer dan!’  

PB: ‘Men vroeg wel of we wilden (kijkt vies) mo-der-ni-se-ren. Dat was voor mij ballast, omdat ik daar helemaal geen zin in had. Het zit er wel in, maar Bergeijk is nog gewoon Bergeijk.’  

GvH: ‘Ook moesten er jonge comedians aan meedoen. Dat is wonderbaarlijk goed gelukt.’ 

Namen?  

PB: ‘De jongens van Rundfunk doen mee en een van De Partizanen. Henry van Loon ook. Toch weet je met dit soort werk nooit hoe het uitpakt met gasten. Je kunt mensen uitnodigen van wie je denkt dat ze zeer geschikt zijn, maar vervolgens slaan ze in de studio helemaal dicht. En weer anderen leven improviserend helemaal op. We hebben ooit X gehad.’  

GvH: ‘Oh ja, X!’  

PB: ‘Zij maakte al jaren theater, ook met improvisatie, maar die was echt helemaal onthand.’ 

GvH: ‘Maar dat is niet voor in de VPRO Gids.’  

Peer van Eersel

Het is toch niet alleen maar improviseren?

GvH: ‘Jawel. Alles wordt geïmproviseerd. Er mislukken wel dingen, maar die gooien we weg.’ 

PB: ‘We zeggen nooit: nu moeten we het overdoen en dan ga jij dit of dat zeggen. Dat werkt niet. En we bereiden ook nooit iets voor. Hebben we in het begin wel geprobeerd. Kwamen we op vrijdag al een keer bij elkaar met ideeën. Nou, geen van die ideeën kwam er op zondag doorheen bij de opname. Voor improviseren moet je geen vooropgezette plannen hebben, anders ben je niet aan het improviseren, maar aan het sturen, duwen en trekken. Werkt niet. Je moet op alles ja zeggen.’  

GvH: ‘Het voelt ook helemaal niet als hard werken en constant schieten we ook in de lach. Toch vreet het al je reserves aan en ben je na afloop helemaal kapot.’ 

PB: ‘Het is de lekkerste manier van kapotgaan.’ 

Is Bergeijk inwisselbaar voor andere dorpen?

GvH en PB: ‘Tuurlijk!’  

GvH: ‘Begon het niet met een pijltje gooien op de landkaart?’  

PB: ‘Nee. In De mannen van de radiohad jaren daarvoor al een scène gezeten met een lokaal radiostation in Boekel. Vond men niet zo’n goede naam. Het moest wel een dorp in Brabant worden, omdat Hans en ik hadden ontdekt dat domheid heel erg gebaat was bij een zachte g. Daar kon geen enkel ander accent tegenop.’ 

Toon Spoorenberg

Een uitzending duurt een kwartier. Hoelang zijn jullie bezig in de studio? 

PB: ‘Wij improviseren drie uur per sessie.’  

GvH: ‘Maar we zijn helemaal niet bezig met dat kwartier uitzending. Als de studio beschikbaar is van een tot vier gaan we drie uur klooien. De ene keer heb je tien sketches, de andere keer maar twee. Uit die berg materiaal maakten Jan en Mat dan een programma van een minuut of twaalf. Dat moesten wij dan nog aan elkaar lullen en dat deden we altijd aan het begin van de volgende sessie. Zo leek het een coherente aflevering.’ 

Vergeleken met tien jaar geleden lijken tenen langer en lontjes korter. Houden jullie daar rekening mee? 

GvH: ‘Bij het improviseren moet je de rand van het ravijn opzoeken, anders is het niet leuk. Soms bekroop mij wel het gevoel dat we te ver gingen in de improvisatie. Pieter had daar niet zo’n last van.’  

PB: ‘Nee. Tijdens het maken zeker niet. Het is schandalig jammer als goede humoristen zich geremd voelen in hun uitingsvorm. Het hele idee is juist een relativering van de korte lontjes en lange tenen. Mensen met lange tenen dealen zelf maar met hun probleem. Misschien heb ik in de loop der jaren een aantal onderwerpen voor mezelf tot no-goarea gemaakt, maar daar ben ik me niet van bewust.’ 

GvH: ‘We hebben wel vaak boze brieven van luisteraars ontvangen. Schreven ze: ik ben een groot fan van jullie, maar dan wonden ze zich wel op als het over een thema ging waar zij bij betrokken waren. Zoals een mevrouw van een stichting die wensen vervult van terminale kinderen. Daar hadden we een persiflage op gemaakt en gezegd dat alle gekregen spullen moesten worden terugbetaald als de kinderen niet overleden.’ 

PB: ‘Met boete.’   

GvH: ‘Dat ging volgens haar te ver.’ 

Wanneer je alle groepen die zich gekwetst kunnen voelen bij elkaar optelt dan… 

PB: ‘...heb je de hele bevolking.’ 

GvH: ‘Soms gingen we over de rand van het ravijn.’ 

PB: ‘In het begin had jij sowieso last van al het vuil dat uit je kwam. Ik had daar veel minder last van, want ik was met De mannen van de radio alle stations al gepasseerd.’ 

Het kan gevaarlijk zijn om grappen over religie te maken.  

GvH: ‘Of over de multiculturele samenleving. We hebben in de eerste serie Peer laten trouwen met de Marokkaanse Fatima waarna hij helemaal werd uitgekleed door haar familie. Zoiets ligt nu veel gevoeliger dan tien jaar geleden.’  

PB: ‘Met de zogenaamde pastoor Bastiaansen hebben we het gehad over ernstig kindermisbruik. Hij had iedereen gehad in Bergeijk, behalve Peer. Dat was een bron van frustratie voor Peer en toen waren we per ongeluk actueel. Maar we hebben niet veel gedaan met de islam of andere religies.’ 

Tegenwoordig wordt van alles, vaak zonder context of gemanipuleerd, wereldwijd verspreid. Niet met goede bedoelingen.

GvH: ‘Klopt. De Israëlische zangeres van het songfestival werd hier op televisie gepersifleerd door Sanne Wallis de Vries. Die beelden gingen de wereld over en in Israël werd de draak steken met ineens antisemitisme. Dat gevaar is er nu veel meer.’  

PB: 'Ons werk kan toch moeilijk worden gezien als een serieuze uiting van een mening.’ 

Cartoons kunnen al tot razernij leiden.  

PB: 'Als je met al die dingen rekening moet houden, sla je meteen dicht.’ 

GvH: ‘Als het over humor gaat moeten God, Allah, Jahweh en Boeddha gewoon onze voeten kussen en verder nederig zwijgen.’

'Mensen met lange tenen dealen zelf maar met hun probleem.'