In elke Nederlandse winkelstraat zijn ze tegenwoordig te vinden: Action, Big Bazaar, Flying Tiger. Supergoedkope winkels vol aanbiedingen die je moeilijk kunt laten liggen. Maar hoe is het mogelijk dat die spullen zo weinig kosten, en vooral: wat zijn hier de gevolgen van?
Marijn Frank en Roland Duong zoeken het uit in het documentairedrieluik De prijsvechter. Zij werkten al samen bij de Keuringsdienst van Waarde en los van elkaar maakten ze documentaires over het consumeren van onder meer vlees en kleding. Door de productieketen van de plastic prullen te volgen komen ze tot verrassende inzichten.
De meeste goedkope spullen worden geproduceerd in China, waar Duong al vaak is geweest voor zijn werk. ‘China is onderverdeeld in productiesteden,’ vertelt hij. ‘Zo zijn we naar de speelgoedhoofdstad van de wereld geweest: Shantou. Daar zijn 3000 speelgoedfabrieken. Tachtig tot negentig procent van het speelgoed van de wereld komt er vandaan. We zijn ook op de gigantische markt van Yiwu geweest, waar handelaren plastic prullaria inkopen. Er is niet één aanbieder van sleutelhangers, maar honderden stalletjes bij elkaar.’
Duong kocht bij de Action voor 1,50 euro een plastic zaklantaarn en ging op zoek naar waar hij wordt gemaakt. ‘In de Chinese webwinkel Alibaba had ik hem zo gevonden. Hij kwam uit de zaklamphoofdstad van de wereld, Ningbo. Een stad van een miljoen mensen, die allemaal in de zaklampenindustrie werken.’
Wie aan spotgoedkoop speelgoed of zaklampen denkt, vermoedt misschien dat de mensen die dat fabriceren uitgebuit worden. Duong: ‘Er is geen Nederlander die in een Chinese fabriek zou willen werken, maar ik heb wel de indruk dat de arbeidsomstandigheden in China de afgelopen vijftien jaar flink verbeterd zijn. Natuurlijk zijn we alleen in fabrieken geweest die ons zelf hebben uitgenodigd, want China kent geen persvrijheid en we konden niet vrij onderzoek doen. Maar ik heb veel door het land gereisd en veel mensen gesproken. De Chinese werknemer is redelijk geëmancipeerd. Als het werk hem niet bevalt, gaat hij bij een andere fabriek werken. De welvaart in China is duidelijk toegenomen.’