Tijdgeest
John Wilkins en de perfecte taal
London, 1668. De geleerde John Wilkins legt de laatste hand aan een nieuwe, zelfverzonnen taal. Een taal met een megalomaan doel: een einde maken aan alle verwarring en onenigheden die er in zijn tijd heersen. Belangrijke denkers als Leibniz, Bacon en Locke kijken vol verwachting uit naar het resultaat. Maar het opheffen van de Babylonische spraakverwarring blijkt lastiger dan gedacht.
Met taalwetenschapper Mark Dingemanse en taalfilosoof Jaap Maat