Maria Sybilla Merian, 11.20
In 1701 keerde de Duitse Maria Sybilla Merian na twee jaar reizen terug uit Suriname, met in haar koffers aquarellen van kolibrie-verslindende vogelspinnen en rottende ananassen. Heel Europa viel in katzwijm voor de exotische en ongelooflijke afbeeldingen van het Surinaamse insecten- en plantenrijk, geschilderd door een vrouw die natuur tot kunst verhief. Vanaf volgende week is haar meesterwerk, De gedaanteverwisseling van Surinaamse insecten weer verkrijgbaar. Het boek dat wordt gezien als een van de belangrijkste natuurhistorische werken aller tijden wordt namelijk herdrukt. Marieke van Delft, conservator oude drukken van de Koninklijke Bibliotheek, is te gast