Izzat Omar (28) vluchtte uit de verwoeste Syrische stad Palmyra, kreeg een verblijfsvergunning in Frankrijk en kwam terecht in Parijs bij de Association Pierre Claver die jaarlijks ruim honderd vluchtelingen opvangt, en waar hij de Franse taal, geschiedenis en cultuur krijgt onderwezen. Via via kreeg hij een kamer aangeboden bij een welgestelde Parijzenaar die absoluut anoniem wil blijven. Zo kon Izzat aardig opbloeien. Hij is sympathiek en goedlachs en kan goed koken; hij helpt met de dagelijkse warme lunch en geeft kookles aan wie dat wil. Uit heimwee en liefde voor de stad die hij moest achterlaten, begon Izzat met goedkoop hout en een geleende gereedschapskist te bouwen aan een maquette van Palmyra. Nu meet die al ruim anderhalve meter. Als hij bezig is met bouwen, denkt Izzat aan Palmyra. Als hij niet bezig is trouwens ook. Er gaat geen dag voorbij, of hij denkt aan hoe het was. Izzat dicht over wat hij niet kan vergeten: het lot van zijn stad, die in handen van IS viel. 'Iedereen heeft het erover, maar het gaat alleen over de stenen, de ruïnes. Maar niemand heeft het over de inwoners.' Hij wel, als hij zichtbaar aangedaan zijn gedicht voorleest.
een extra scene bij op zoek naar Frankrijk
de mensen van Palmyra
Izzat Omar (28) ontvluchtte Syrië en wil een echte Fransman worden. Maar zijn hart bloedt voor Palmyra.