Ik hoor bij die mensen die zich ergeren aan de wachtrijen op de luchthavens, de eindeloze controles, aan het feit dat je zelfs bij een bezoek aan een school hier je paspoort moet laten zien. Overdreven vond ik het. Een lone wolf, een geïsoleerde, gevaarlijke gek hou je toch niet tegen. En zoveel zijn er niet. Waarom daarvoor miljoenen mensen het leven ingewikkeld maken?
Maar blijkbaar hadden de onheilsprofeten gelijk. Er zijn dus mensen in dit land, die zich kunnen organiseren, wapens regelen, een planning maken en met hun duivelse plan aan de slag gaan. Zonder dat de veiligheidsdiensten, met hun zeer uitgebreide bevoegdheden, iets merken.
Zo kan het dat op een zachte vrijdagavond, in het drukste en hipste uitgaansgebied van de stad, bij mij om de hoek, tientallen mensen borrelend op een terras worden neergeknald met een kalasjnikov, gasten van een restaurant worden vermoord, dansende rockers gegijzeld, neergeschoten en opgeblazen. Natascha, Oliviers nichtje, woont tegenover de Belle Equipe in de rue de Charonne. Ze hoort de schoten, gaat naar het raam en ziet een kerel rennen met een wapen. Mensen op straat zoeken een veilige plek en vluchten haar gebouw in. Lichten uit en afwachten. Voor de deur liggen zeven lijken.
Sommige vrienden van mij zijn beschaafde wereldburgers. Ze vinden elk slachtoffer, of ie nou in Nepal omkomt of bij jou in het dorp, even erg. Vind ik ook, rationeel. Maar dat voel ik natuurlijk niet. Dit is zo dichtbij. Dit is de zaal waar ik zelf ooit op de planken stond. Dit is de kroeg waar ik met vrienden buiten stond te bieren.