Trippen zonder drugs met Philip Vermeulen

Tom Hofland

We stappen een grote loods binnen op zoek naar installatiekunstenaar Philip Vermeulen. Het is er stil, aardedonker en even denken we op de verkeerde plek te zijn. Maar wanneer onze ogen aan het donker gewend zijn verschijnt Philip plotseling. Hij lijkt uit een metershoge witte UFO te stappen: de schil rond zijn immersieve installatie More Moiré² die 21 februari in première gaat in het Stedelijk Museum tijdens Sonic Acts Academy.

Wie is Philip Vermeulen?

Philip Vermeulen maakt grote installaties en speelt daarmee vaak een spel met licht, geluid en beweging. Neem bijvoorbeeld het werk TLLLLLLLT: een instrument gevormd door ouderwetse TL armaturen, of BOem BOem, een machine die muzikale ritmes voortbrengt door tennisballen af te schieten. 

Na een bekertje koffie in onze handen te hebben gekregen leidt Philip ons de installatie in. ‘Ik ga er nog niets over zeggen, je kan het beter ervaren,’ aldus Philip. Na de verplichte vraag of we geen last hebben van epilepsie, kijken we naar het witte doek dat ons 360 graden omringt. Het gaasachtige materiaal waaruit het doek bestaat maakt het moeilijk om je blik erop te focussen: het subtiele begin van de trip die we gaan ervaren.

Wat er in de minuten daarna gebeurt laat zich moeilijk in woorden vatten. Een vakkundig georkestreerd scala aan patronen, kleuren en bewegingen brandt zich op je netvlies. Felgekleurde abstracte figuren komen op je af, maken je duizelig en even verdwijnt al je gevoel voor ruimte en diepte. Je lijkt het werk ingezogen te worden terwijl je doodstil blijft staan. Maar zoals ik al zei: woorden schieten te kort. De kunst van Philip Vermeulen moet je vooral ervaren. En dat is precies waar het de maker om gaat.

Hoe kwam je in de kunsten terecht?
‘Ik was vrij lang aan het klootviolen. Ik heb op de Filmacademie een jaartje productie gedaan, maar ze zeiden dat ik “te creatief was om producent te zijn.” Dat klopt ook, want daar bak ik nog steeds niks van. Toen ben ik naar de kunstacademie gegaan om audiovisueel te gaan doen, maar toen kwam ik bij Beeldende Kunst uit. Dat was veel leuker. Veel schilderen en experimenteren; gedichtjes schrijven. Ik heb daar met licht geprojecteerd: kijken hoe snel je kan flikkeren zodat je in een soort andere staat van zijn terecht komt. Toen pas kwam ik erachter dat dat soort kunst gewoon een genre an sich is.’

Hoe kwamen je eerste installaties tot stand?
‘Toen ik Beeldende Kunst studeerde vond ik het wel leuk als dingen iets groter waren dan ikzelf. Metalen frames met pleepapier en als je er dan doorheen liep werd het een soort stroboscoop gang, maar dan met een heel erg irritant materiaal. Pas toen ik naar ArtScience Interfaculty ging in Den Haag ging ik echt experimenteren met de grenzen van het materiaal. Wanneer gaat iets kapot? Als je over die grens gaat, begint het geluidjes te maken, en kun je dus ook een compositie maken.

Je experimenteert dus met het opzoeken van grenzen?
‘Zeker. Zo ook met More Moiré². Ik maakte daar een kleine versie van toen ik nog op school zat. Ik begon met twee lagen gaas: en toen ging ik spelen, bewegen en kijken wat erin zit. Uitzoeken wat je met het licht moet doen om te zorgen dat je helemaal kunt verdwijnen in dat werk. Hier gaat het ook vooral om wat de grens is van de kijker. Wanneer word je erin opgezogen? Wanneer verdwijn je in zo’n patronenlandschap? Het is heel veel aankloten, spelen en testen.‘

Wat is het mooiste aan het maken en ervaren van installatiekunst?
‘Mijn installaties zijn allemaal vrij groot en ze gaan allemaal over een soort existentiële angst: wanneer gaat de machine zo hard dat je hem niet meer vertrouwt. Wanneer wordt het visueel zo hardcore dat je eigenlijk weg wilt gaan, maar tegelijkertijd toch aangetrokken blijft.’

Zit er altijd ongemak in?
‘Ja. Of eerder een soort gekte. Dat het materiaal zo hard gaat dat het in je psyche duikt. Die wisselwerking van hele banale materialen en angst vind ik mooi.’

Zit dat ook in More Moiré²?
‘Absoluut. En Bij More Moiré² is het zo: het is allemaal fysiek materiaal en heel analoog. Maar tegelijkertijd sleurt het je een digitaal landschap in.

Veel kunst kijk je gewoon op Instagram. Installaties moet je echt ter plekke ervaren. Denk je dat mensen daar nu meer naar op zoek zijn?
‘Ik denk dat er nu wel een soort piekje is wat betreft kinetische kunst, onder leiding van Zoro Feigl en Oscar Peters. Dat komt ook door festivals als Sonic Acts en een opleiding als ArtScience. Er is vandaag de dag steeds meer kruisbestuiving tussen installatie, geluidskunst en performance.
Maar los van de kinetische kunst zijn de musea sowieso overvol. Iedereen is tegenwoordig op zoek naar beeld, een zoektocht die volgens mij wordt aangewakkerd door Instagram. Iedereen is zijn of haar eigen beeldbibliotheekje aan het aanleggen. En die vinden ze onder andere in musea: van oorsprong dé instituten voor beeld.’

Je wilt bezoekers overrompelen met een werk als More Moiré². Het is ook een vrije heftige zintuigelijke ervaring. Werkt het bij iedereen?
‘In dit werk wordt je visuele kader weggetrapt. Dat wordt als een soort vloerkleed onder je benen vandaan getrokken: dus ja, bij iedereen doet het wel wat.’

Waar ligt de grens tussen een kunstinstallatie en een attractie?
‘Die kan vrij dun zijn. Kijk bijvoorbeeld naar het werk van een vriend van mij, Oscar Peters, die speelt precies met die vraag. Oscar heeft laatst een achtbaan gemaakt waar de kunst overheen rijdt, haha. Het blijft een goede vraag: wat is kunst en wat is entertainment?

Om dat verschil duidelijk te maken ga ik altijd terug naar de Hollywoodfilm. In de Hollywoodfilm is er altijd een goed einde. Je blijft niet achter in verwarring of met een vraag. In wezen is alles in zo’n film voor je ingevuld. Bij kunst kun je zelf interpreteren en worden er meer vragen gesteld waar je zelf over mag nadenken. Je wordt losgelaten. Dat is het verschil.’

En daarom past, bijvoorbeeld, jouw werk niet in De Efteling?
‘Het lijkt mij een heel waardevol iets voor De Efteling! Maar ik denk niet dat het publiek daar klaar voor is.’

 

Vermeulen maakt More Moiré² in opdracht van Sonic Acts en W139. Het werk is van 21 tot en met 27 februari te ervaren in het Stedelijk Museum in Amsterdam.

meer?