Ik volg een luistertraining. Veel mensen denken dat ze prima luisteraars zijn totdat ze zo’n training volgen, dan ontdekken ze dat het om meer gaat dan alleen horen wat er gezegd wordt. De training waar ik aan deelneem is gericht op mensen die in het onderwijs werken; opmerkelijk genoeg valt vooral bij deze doelgroep nog het één en ander te winnen. De trainer zegt: ‘We gaan elkaar op een dieper niveau aanhoren,’ en legt de opdracht uit. Termen als empathie en begrip komen langs, evenals ‘geestelijke gastvrijheid’ en de lsd-methode (luisteren-samenvatten-doorvragen). In een groepje (natuurlijk) gaan we elkaar interviewen: eentje is verteller, eentje vragensteller, een derde observeert. Ik moet aan de roman Eva van Carry van Bruggen denken.
Eva is een jonge Joodse vrouw aan het begin van de twintigste eeuw. Ze is getrouwd met Ben, maar over dat huwelijk lezen we nauwelijks. Haar lange overpeinzingen gaan vooral over goed en kwaad, lichaam en geest, individu en collectief, onderscheid en overgave. En over geilheid en fantasie, wat bij Eva geen zonde is waar je excuses of vergiffenis voor nodig hebt. Kortom: Eva is behoorlijk modern en vrijzinnig voor haar tijd. En Carry van Bruggen zelf ook, die de roman in 1927 schreef.