Jacob Groot, auteur van het boek Adam Seconde, daarmee kan Thomese zeer vruchtbaar van gedachten wisselen. Bijvoorbeeld over het thema pornografie. Niet om het te hebben over proza dat je schrijfr met 1 hand, laten we zeggen Rukkers Proza. Nee, bespiegelingen over porno als fenomeen. Met stellingen als: We leven in een wereld waarin pornografie de meest beoefende tak van sport is geworden.
Over de totstandkoming van Schaduwkind, notities geschreven na het overlijden van zijn dochtertje. Het was in eerste instantie, hors commerce, gepubliceerd als nieuwjaarsgeschenk van uitgeverij Contact en werd later een enorme hype. Op de Frankfurter Buchmesse werd er gevochten om de vertalingsrechten. Daarna in Duitsland kwamen de ECHTE recensies: critici niet niet het leed van Thomese bespraken maar, zoals het hoort, het boek zelf. Daarmee werd Schaduwkind voor Thomese een wenlijk ander boek dan de rest van zijn oeuvre. De irinie ontbreekt bijna helemaal.
Maarten Westerveen stelt dat "misschien het autobiografische gewoon veel belangrijker wordt in de lieratuur ". Frans geeft de naam Bruno Schulz, dat is toverwerk! Twee bundels verhalen, fantastische fantasie, vanuit het gezichtspunt van een kind, hoe je als een kind geluiden interpreteerd, de werking van de taal, , daaaaaar wordt ik nu door ontroerd. de biografie is dan niet belangrijk.
Over zijn ontgoocheling door de schrijvers die hij ontmoette bij De Revisor: "Ik had te veel gespetterd in de piranhabak".
Het sleuteljaar 2002 waarin hij ouder werd maar ook zijn dochter verloor: " Het roer ging om! Ik verstond me met andere boeken, met Rilke, misschien ook omdat ik 'vrij' was. Misschien wel door het verlies van mijn dochter, dee veel van het andere relativeerde.
En dan nog een opmerking over de gemakzucht van Arnon Grunberg, die uit luiheid moralistisch wordt en zichzelf op een sokkeltje zet!