Vanaf de jaren zestig maakte hij naam als polemist. Gedurende zijn loopbaan schreef hij essays voor o.a. NRC Handelsblad, Het Parool, Hollands Maandblad en Tirade. Van het Reve was een tegendraadse denker. Een ironicus. Maar ook een schrijver van glashelder proza. In zijn essays bestreed hij o.a. de hoogmoed van literatuurwetenschappers, het communistische gedachtegoed, en invloedrijke denkers als Freud, Marx en Darwin. Daarnaast bleef hij veelvuldig over Russische zaken schrijven. Veel opzien baarde hij in 1978 met de Huizinga-lezing, getiteld Literatuurwetenschap. Het raadsel der onleesbaarheid. De lezing veroorzaakte veel opschudding in de literatuurwetenschap.
Van het Reve vertaalde talloze Russische auteurs in het Nederlands, hij publiceerde twee romans en veel van zijn essays verschenen in boekvorm. Zoals Rusland voor beginners (1962), Uren met Henk Broekhuis (1978) en De ondergang van het morgenland (1990). In 1985 verscheen Geschiedenis van de Russische literatuur, een standaardwerk over de Russische literatuur. De laatste tien jaar van zijn leven moest hij door de ziekte van Parkinson zijn pennenstrijd staken. In maart 1999 overleed Karel van het Reve op 77-jarige leeftijd.