Helga Ruebsamen (1934) groeide op in een welgesteld milieu, eerst in Nederlands-Indië, later in Den Haag. Haar vader was een joodse arts en het gezin moest tijdens de oorlog onderduiken. Ze volgde korte tijd balletlessen bij Olga Preobajenskaja in Parijs en studeerde psychologie.
Later werd Ruebsamen journalist voor Het Vaderland. Ze debuteerde in 1963 met verhalenbundel De kameleon. In 1996 liet ze zich door de VPRO een week lang opsluiten in de Euromast, in 1997 brak ze eindelijk door bij een groot publiek met de autobiografische roman Het lied en de waarheid. In 2000 was zij één van Adriaan van Dis' Zomergasten.
Ruebsamens verhalen kenmerken zich door een voorkeur voor bizarre mensen die op een hardhandige manier met elkaar omgaan, maar ook door veel weemoed, verlangen en dromen die in rook zijn opgegaan. In Het lied en de waarheid beschrijft ze vooral haar jeugd in Indonesië; in haar verhalen speelt haar huidige woonplaats Scheveningen een prominente rol. Recent werk: Beer is terug (1999, verhalen), in voorbereiding: De bevrijding (roman).