geb. 12 september 1927 te Den Haag
Dat mens met dat smoel en die stem.
Ina van Ast komt op 12 september 1927 in Den Haag ter wereld in een gezin dat het niet breed had, om het eufemistisch te zeggen. Omdat haar vader werkloos was, kreeg hij een gat in zijn rijwielplaatje, zodat dat gegeven voor iedereen duidelijk was. Als kind moest ze met haar zusjes – Ina was de oudste – in de rij staan voor het brood dat retour ging naar de bakker, dat overgebleven was van de dag ervoor. Twee keer per jaar kreeg ze kleding van de bedeling. Dat de kleren afdankertjes waren, was ook for all to see. Dat nooit meer. Net als haar vader, voor wie gerechtigheid het grootste goed was en die lid was geweest van de Sociaal Democratische Arbeiderpartij (SDAP), koos Ina van Ast voor de sociaal-democratie, voor de Partij van de Arbeid, omdat het onrecht uit de wereld moest. “ ’t Zit scheef, ‘t mot anders, ’t mot beter.”
Na de m.u.l.o. in Den Haag te hebben afgerond, werkte ze bij het Centrale Onderlinge Gemeentelijke Administratiekantoor. Haar politieke carrière begon echter niet in het centrum van de macht, maar in Oss. Ze verhuisde ernaartoe met haar man Freek Muller – over het al dan niet gebruik van de umlaut bij de achternaam van haar man bestaat grote verwarring, zelf vertelde Ina Muller-van Ast dat de umlaut weggelaten moest worden, omdat haar man uit de vrijstaat Hannover kwam – en het echtpaar kreeg een zoon, Jeroen. Muller-van Ast maakte in 1966 haar opwachting in de gemeenteraad van de Brabantse gemeente. In 1973 werd ze lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant en in 1977 trad ze toe tot de volksvertegenwoordiging. De gemeenteraad van Oss en de Provinciale Staten van Noord-Brabant verliet ze een jaar later.
In het Haagse viel Muller-van Ast al snel op door haar onomwonden en onconventionele (voor parlementaire kringen) manier van praten. Daarbij kwam een onvergetelijke stem: laag, hees en bij vlagen erg hard. Niemand kon om haar heen. Ze werd woordvoerder voor Volksgezondheid van de PvdA-fractie. Muller-van Ast maakte zich onsterfelijk door in 1978 te ontploffen in de Tweede Kamer over het gedrag van staatssecretaris van Volksgezondheid, Els Veder-Smit. Twee amendementen van Muller-van Ast op de begroting van Volksgezondheid werden niet door Veder-Smit in behandeling genomen, maar ze gebruikte haar spreektijd voor het bespreken van ondergeschikte thema’s. Muller-van Ast: “Ik ben bijzonder boos en bijzonder teleurgesteld. Ik heb voor het eerst mee mogen doen aan een begrotingsbehandeling, maar ik vind dit geen manier van werken. Een schandalige zaak en dat van een staatssecretaris die zelf tien jaar Kamerlid is geweest. Ik vind het schandelijk en niet anders.” Ze kon zich er elf jaar later, tijdens het marathoninterview met Ronald van den Boogard, nog kwaad om maken. Misschien zijn we inmiddels wat meer gewend aan dit soort uitbarstingen van Kamerleden, maar in 1978 was dit een nieuw geluid.
En dat nieuwe geluid kwam van een dame die keurig gekleed ging, waardoor ze soms het ‘verwijt’ kreeg er als een VVD-ster uit te zien. Ze vond het belangrijk er netjes en verzorg uit te zien en ze hield ervan zich “op te tutten”. Wellicht had het feit dat ze vroeger in afdankertjes van rijkere kinderen moest rondlopen daar iets mee te maken.
Op 14 juli 1989, toen Muller-van Ast te gast was in het marathoninterview, rondde ze haar werk in de Tweede Kamer, tot haar eigen grote spijt en frustratie, af. Ze leed aan discopathie, afslijting van de tussenwervelschijven, een ernstige rugkwaal. Ze baalde er ontzettend van. Vooral omdat haar werk nog niet af was en zo graag mee wilde maken hoe haar plannen misschien in de toekomst – als de PvdA na de verkiezingen van dat jaar in de regering zou komen – toch werkelijkheid zouden worden. Want al die “rotmaatregelen” van Lubbers en zijn kornuiten moesten toch grotendeels worden teruggedraaid.
Na haar gedwongen afscheid van de Tweede Kamer leidde Ina Muller-van Ast een teruggetrokken bestaan.