Charlotte Mutsaers (Utrecht, 1942) studeerde eerst Nederlands, vervolgens ging ze - pas op haar 29e - naar de Rietveldacademie in Amsterdam. In 1987 ontwierp ze een serie kinderpostzegels. In 2000 toonde ze een aantal werken in de Vleeshal voor de tentoonstelling 'Schilderen en schrijven'.
Mutsaers’ literair debuut was in 1983 met Het circus van de geest, een verzameling 'emblemata': moderne allegorische tekeningen met kleine teksten er onder. In 1985 verschenen de essaybundel Hazepeper en het beeldverhaal Meneer Donselaer zoekt een vrouw, drie jaar later gevolgd door De Markiezin.
Voor Zeepijn (1999) kreeg ze de Busken Huetprijs.
Haar schilder- en schrijfwerk leverde Mutsaers in 2000 de Jabobus van Looyprijs op, die bestemd is voor dubbeltalenten - net als haar voorgangers Armando, Lucebert en Breyten Breytenback.
Haar werk bestaat nu voornamelijk uit schrijven, zelfs bezigheden als schilderdocent op de Rietveldacademie heeft Mutsaers aan de kant geschoven voor het schrijven. Ze schrijft voornamelijk in het Vlaamse Oostende, waar ze een groot deel van het jaar met haar man en menagerie woont.
Mede dankzij Mutsaers enorme verbeeldingskracht en humoristische stijl wordt ze op handen gedragen door een kleine, maar belangrijke groep critici en lezers.