Max Kohnstamm is de gast van Chris Kijne in VPRO’s marathoninterview. Voor een gesprek over een negentigjarig leven dat begint aan de rand van de Amsterdamse jodenbuurt. Via Amerika in de jaren dertig, een onvrijwillig verblijf in Duitse handen in Amersfoort en St. Michielsgestel in de oorlog en het persoonlijke secretariaat van koningin Wilhelmina vindt Kohnstamm uiteindelijk zijn bestemming bij de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de voorloper van de Europese Unie.
Kohnstamm bevindt zich in het gezelschap van onder meer de Amerikaanse Presidenten Truman, Kennedy en Carter, Vaclav Havel, Mikhail Gorbachov, de Dalai Lama en VN-secretaris-generaal Kofi Annan. Tegelijk met de laatste werd hij dit voorjaar namelijk, evenals de genoemde groten der geschiedenis, gelauwerd door het Roosevelt-instituut. Op 8 mei ontving hij de Freedom from Fear-Award, uit handen van zijn petekind Prins Constantijn, voor zijn levenslange werk ten behoeve van de Europese eenwording. Een kroon op het leven van de dit jaar negentig geworden Max Kohnstamm.
Kohnstamm vertelt over de wereldvisie van zijn grote voorbeeld Jean Monnet, de Franse visionair die de samenwerkingsconstructie bedacht waarin de voormalige Europese vijanden een gezamenlijk economisch belang in kolen staal kregen, de voorloper van de Europese Unie.
Hij vertelt over zijn jeugd in Amsterdam, in een geassimileerd joods gezin en de reis naar Amerika, tijdens Roosevelts New Deal.
Terug in Nederland kwam al snel de bezetting. Begin 42 werd hij gearresteerd en zat hij vast in kamp Amersfoort. Waar hij zag dat eigenlijk niemand bestand is tegen de ontmenselijking en de vernedering. Dat waar het recht ophoudt, de hel begint.
Maar waar hij vooral begreep dat het de omstandigheden zijn die de mens maken. Dat je met mensen alles kunt doen wat je wilt. En dat het er dus om gaat de omstandigheden te creëren die het goede in de mens naar boven halen. Van die ervaring naar zijn werk in Europa loopt een rechte lijn.
Het gaat over zijn vrouw, die hij begin 41 tijdens het schaatsen had leren kennen, maar hij wilde haar niet in een te ongewis avontuur storten door zijn joods zijn. Maar na Amersfoort durfde hij haar toch te vragen.
Meteen na de oorlog kwam er een andere vrouw in zijn leven: koningin Wilhelmina. Kohnstamm werd haar particulier secretaris, zijn eerste baan. Hij spreekt met ontroering over haar.
Daarna bouwde hij namens Nederland de betrekkingen met Duitsland weer op, in het kader van de Marshall-hulp, ondanks de haatgevoelens. Vanuit dat werk kwam hij in contact met het plan Schumann: de briljante gedachte van Jean Monnet om de Europese naties gezamenlijk verantwoordelijk te maken voor de productie van kolen en staal. De kiem van de Europese gemeenschap.
Kohnstamm gaat verder in op de huidige problemen van Europa. De stap die nu gezet moet worden is het creëren op wereldschaal van een belangengemeenschap naar analogie van de ‘samengevoegde soevereiniteit’zoals die in Europa bestaat.
De oude politiek van machtsevenwicht leidt immers onherroepelijk en altijd tot oorlog, zoals in het verleden gebleken is. Onvermijdelijk wil de ene partij toch altijd net iets sterker zijn dan de andere en dat zal altijd het evenwicht verstoren
Op iedere vraag naar concrete oplossingen, bijvoorbeeld in het allesbepalende conflict tussen Israël en de Palestijnen, heeft Kohstamm eigenlijk maar één antwoord: ‘Of het allemaal zal lukken, weet ik ook niet. Wel weet ik, dat het streven naar een rechtstatelijk verband van staten als dat van de Europese Unie, maar dan op wereldschaal, de enige weg is. Het alternatief is oorlog. Moet de wereld werkelijk een derde wereldoorlog meemaken om te leren van de geschiedenis?’