Zijn vader was predikant en de appels vallen niet ver van de boom. Freek de Jonge besloot echter niet in de kerk, maar op het toneel de menigte toe te spreken. Hij werd op 30 augustus 1944 in het Groningse dorpje Westernieland geboren. In zijn jeugd verhuisde hij achtereenvolgens naar Workum in Friesland, Zaandam en Goes. In Zaandam stond hij voor het eerst op het podium en moet daar de smaak van het optreden te pakken hebben gekregen.
Na een moeizaam doorlopen HBS-periode - hij deed zeven jaar over de eerste drie jaar van de HBS - vertrok De Jonge naar Amsterdam om Culturele Antropologie te studeren. Van die bevlieging was hij na één college bekomen. Vervolgens koos hij voor de studie Nederlands. Daar blonk hij ook niet in uit, maar het studentenleven kon hem daarentegen wel bekoren.
Op een feest van het Amsterdams studentencorps kwam hij Bram Vermeulen tegen: het legendarische cabaretduo Neerlands Hoop in Bange Dagen - dat tijdens het Camarettenfestival in 1968 nog als Cabariolet door het leven ging - was geboren. Neerlands Hoop viel op door een maatschappij-kritische satire, die op die manier nog nooit vertoond was, met veel scherpe teksten en muziek.
Tien jaar lang trok het duo volle zalen, waarin vooral jonge mensen zaten. Ze stapten af van het meer traditionele cabaret, het zogeheten 'nummertjescabaret' (afwisselend een liedje, een sketch en een conférence) en introduceerden het 'verhalend cabaret': een voorstelling met een rode draad, waar vaak een zijpad in bewandeld werd. Met die stijl kregen ze navolging van onder andere Youp van 't Hek en Brigitte Kaandorp.
Veel opzien baarden ze met hun programma Bloed aan de Paal, een vergeefse poging om de deelname van het Nederlands Elftal aan het WK in de militaire dictatuur Argentinië te voorkomen. De Jonge en Vermeulen togen zelfs naar Schiphol om de selectie en hun entourage op andere gedachten te brengen. Maar het elftal ging wel en verloor voor de tweede achtereenvolgende keer de finale, dit keer van de thuisploeg.
Aan de samenwerking met Vermeulen kwam een jaar later, in 1979, een einde. De Jonge was bang in herhaling te vallen. In een vraaggesprek met Elsevier van 12 april 1980 zei hij: "We hadden onze plaats gevonden en draaiden plichtmatig mee. Voor onszelf was er geen enkele uitdaging meer. En dan komt toch op een bepaald moment de twijfel van: moet ik hier mijn leven mee doorgaan? Is dit het nu? Ik ben blij dat we voor onszelf de beslissing hebben kunnen nemen een totaal andere weg in te slaan. Dat betekent dat je ook bereid bent voor jezelf zekerheden op te geven." Vermeulen richtte zich op het maken van muziektheater en De Jonge ging solo verder met het maken van cabaretprogramma's. Weer een jaar later ging hij met zijn eerste one-manshow de theaters in. Hij kwam daarna elk jaar met een nieuwe voorstelling. In 1982 viel hem de eer ten deel een Oudejaarsconférence te mogen doen. In de daaropvolgende jaren maakte hij twee films, De Illusionist en De Kkkomediant. Aan het muziektheater wijdde hij zich in 1984 weer even, maar in zijn shows daarna speelde muziek vooral een (belangrijke) achtergrondrol.
De Jonges steun en toeverlaat was en is zijn vrouw Hella, met wie hij in 1971 trouwde en twee kinderen kreeg. Hella is de dochter van Eli Asser, tekstschrijver voor onder andere Het Schaep met de 5 Pooten. Aan haar laat De Jonge zijn teksten als eerste zien en zij neemt de verantwoordelijkheid over decor en kostuums op zich.
De laatste jaren doet De Jonge vooral rond verkiezingstijd van zich spreken. De afgelopen twee verkiezingen verzorgde hij een conférence, De Stemming geheten, die direct na het grote verkiezingsdebat werden uitgezonden. Hij laat daarin zien zowel met links als met rechts van het politieke spectrum niets op te hebben. In die van 2006 werden zowel Rita Verdonk als 'Wouter de Boskabouter' geknipt en geschoren.