Ayaan Hirsi Ali werd geboren in Mogadishu (Somalië) en islamitisch opgevoed. Haar vader zat als politieke tegenstander van dictator Mohamed Siad Barre in de gevangenis, en zij zag hem pas toen ze zes jaar was. In 1976 vluchtte haar vader naar het buitenland. Het gezin reisde hem achterna. Via Saoedi-Arabië en Ethiopië kwam hij in Kenia. Op haar tiende werd Hirsi Ali uitgehuwelijkt aan een Canadese neef, waarop ze via Duitsland naar Nederland vluchtte. Daar kwam ze in november 1992 aan.
In Nederland studeerde Hirsi Ali politicologie aan de Rijksuniversiteit te Leiden. In 1997 werd zij genaturaliseerd tot Nederlandse. Zij werkte onder meer als tolk/vertaalster Somalisch-Nederlands bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de rechterlijke macht, abortusklinieken en diverse onderwijs- en gezondheidsinstellingen; in 2001 werd zij medewerker (onderzoek emancipatie en integratie van islamitische vrouwen in Nederland) van de Wiardi Beckman Stichting. In oktober 2002 stapte zij over van de PvdA naar de VVD. Zij was medewerker van de VVD-Kamerfractie en is sinds 30 januari 2003 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Hirsi Ali dook in 2002 onder en vertrok enige tijd naar de Verenigde Staten, nadat zij zich in een discussieprogramma op televisie negatief had uitgelaten over de moeizame integratie van moslimvrouwen en de rol van de Islam daarbij.
Later vertrok ze naar de Verenigde Staten, vond daar werk en liefde en werd eind 2011 moeder van een zoon.
Publicaties:
- "Schurende normen. Over integratie als inwijding in de moderniteit", in: 23ste jaarboek voor het democratisch-socialisme (2002)
- "De zoontjesfabriek - over vrouwen, Islam en integratie" (Amsterdam, 2002) Djoeke Veeninga sprak tweede kerstdag 2003 met Ayaan toen ze nog in de Tweede Kamer zat voor de VVD.