Lopendebandwerk (4)

Joseph en Sofie

In aflevering 4 samen met Sofie Winterson hoor je het verhaal van Joseph. In Zuid-Soedan had hij nog de droom om huisarts te worden, of desnoods professioneel basketballer. Nu werkt hij al zeventien jaar in een distributiecentrum van een grote supermarktketen. Paracetamol is zijn grootste vriend. Toch is hij een optimistisch mens.

Deze podcast is tot stand gekomen met steun van het NPO-fonds.

Sofie Winterson over haar eigen arbeidsverleden:

Tekst: Jonathan Maas

Joseph doet zijn werk met een koptelefoon op. In zijn oor geeft een vrouwenstem hem de hele dag opdrachten: pak dit, pak dat. Joseph praat tegen haar terug, bevestigt en vraagt haar soms dingen te herhalen. Sofie heeft dit gegeven gebruikt en muzikaal vertaalt: in de podcast vertelt Joseph zijn eigen verhaal, Sophie verdeelt ook een deel, als was zij de robot met wie Joseph dagelijks zijn werk doet – het wordt een samenspraak, een duet. Een beetje schizofreen, precies zoals Joseph zijn dagelijkse werksituatie ervaart.

Wat herkent Sofie van Josephs werk uit haar eigen arbeidsverleden? ‘Mijn allereerste baantje ooit heb ik zelfverzonnen, samen met mijn zus. Mijn vader was huisarts in Marken. Elke maand moesten de facturen voor de zorgverzekering naar de patiënten worden gebracht. Mijn zus was slim en bood mijn vader aan dat wij dit zouden doen voor minder geld dan een postzegel. Dus maakte ik met mijn broertje en twee zussen samen een fabriekje: als een eigen postkantoor gingen we thuis de facturen over de buurten verdelen en daarna bezorgen bij de mensen. Later ging ik op een callcenter werken, geld inzamelen voor goede doelen. Headset op en bellen. Ik moest daarvoor een beetje acteren, in een andere rol stappen. Zo kreeg ik een heel betrouwbare naam, dat zal tenminste uit onderzoek zijn gebleken: ik was Sonja Bertram.’

'Ik stond daar en werd gefotografeerd door mensen die totaal geen idee hadden wie ik was, waar ik vandaan kwam en waar ik naar toe zou gaan. Je persoonlijkheid doet er niet toe'

Sofie Winterson

onpersoonlijk

‘Mijn meest fabrieksmatige baantje was voor een webshop. Kleding aantrekken en dan werd ik gefotografeerd, zonder dat mijn gezicht er op kwam, als een menselijke paspop omdat ik standaard confectiematen heb. Het waren shifts van zes uur. Broek aan, en dan één keer van voor, één keer van achter, van links en van rechts: flits. Vier foto’s, volgende broek. Of trui. Als ik mijn shift begon en ik de rekken al zag, keken mijn collega’s en ik elkaar al aan: “Jij hebt echt mazzel, je hebt alleen maar vesten”. Want broeken waren het fysiek het zwaarst om de hele tijd aan en uit te doen. Het ging waanzinnig snel, ik denk dat ik iets van 25 kledingstukken per uur aan en uit deed. Als een machine, vier grote kledingrekken afwerken, rek voor rek; ik was op dat moment geen persoon meer. Kletsen tussendoor was niet aan de orde. En aan het eind van de dag had ik last van mijn rug.’

‘Ik was aan die klus gekomen omdat ik modellenwerk deed naast mijn studies. Eerst de toneelschool, daarna het conservatorium. Veel modellenwerk begon best een beetje te schuren naarmate ik me meer als artiest ging profileren, omdat ik totaal geen zeggenschap had over de shoots – waar dan wel mijn gezicht op stond. Het fijne aan dit werk was juist dat het totaal onpersoonlijk en abstract was omdat ik niet herkenbaar gefotografeerd werd. Ondertussen kon ik zo wel lekker geld verdienen. Ik vond het wel grappig en interessant, ik keek er met een actrice-oog naar. Ik stond daar en werd gefotografeerd door mensen die totaal geen idee hadden wie ik was, waar ik vandaan kwam en waar ik naar toe zou gaan. Je persoonlijkheid doet er niet toe, het gaat om hoe de kleding je staat en hoe dat naar voren wordt gebracht. Het is heel duidelijk wat jouw taak is in die machine. Ik kon mijn gedachten op nul zetten, dat was eigenlijk wel ontspannen.’

‘Leren dat je er even niet toe doet is voor een begin twintiger best goed. Alles gaat tot die tijd vaak over wat je wilt, wat je kan en wilt studeren en hoe je je wilt ontwikkelen. Met dit soort baantjes leer je dat je ook gewoon geld moet verdienen omdat allemaal mogelijk te maken.’