In 1941 installeerden de Duitsers zich in in groten getale in het grensstadje Kirkenes om zich op te maken voor de aanval op de Sovjet-Unie. Drie jaar lang zouden de dorpsbewoners zuchten onder de gevechten en bombardementen, totdat het Rode Leger de Duitsers uiteindelijk verjoeg. Voor de bewoners van Kirkenes is het Rode Leger de grote bevrijder-, getuige ook het standbeeld ter ere van de Sovjetsoldaat die uitkijkt over de haven van Kirkenes. Dit gold óók gedurende de Koude Oorlog toen contact met de Sovjet-Unie vanuit NAVO-lidstaat Noorwegen erg moeilijk was.
Dat was en blijft een eenzaam standpunt. De rest van Europa keek altijd naar Amerika als grote held en voorbeeld. De bewoners van de grensdorpjes Kirkenes en Nikel (Rusland) trokken na de Koude Oorlog alleen maar meer naar elkaar toe, van culturele uitwisselingen en-, sportevenementen tot gezamenlijke grenspatrouilles aan toe. Noren uit Oslo zouden het nooit begrijpen. Hoe kun je zo met die Russen omgaan?