Tot zijn stomme verbazing werd hij de dag erop gekozen en voor hij er erg in had, was hij president van Wit-Rusland. Vier maanden na zijn aantreden ondertekende hij samen met Boris Jeltsin en de Leonid Kravtsjoek, de premier van Oekraine, een document dat de Sovjet-Unie in een klap opblies. De drie leiders zagen geen heil meer in het voortbestaan van de Sovjet-Unie. Ze werden onafhankelijk. Niet lang daarna werd Gorbatsjov tot ontslag gedwongen. Hij kon geen baas zijn van een niet meer bestaand land.
Natuurlijk was de aktie van Shuskevitsj c.s. niet de enige reden waarom de Sovjet-Unie ineenstortte. In de jaren tachtig was onder de nieuwe openheid van Gorbatsjov al een golf van opstandigheid en kritiek ontstaan. Vooral onder de jeugd. Kunstenaars, schrijvers, dichters en muzikanten bekritiseerden het bewind. Het hele communistische system werd op de korrel genomen. De opstandige muzikant Misja Borzykin maakte hit na hit met bijtende titels als "De vis rot bij de kop" of "Pappa is een fascist". Niets was meer heilig.
Uiteindelijk maakte het communisme plaats voor de keiharde vrije markt. Leningrad werd St. Petersburg en de rebelse muzikanten van toen werden goed verdienende commerciële artiesten. Maar Borzykin bleef wie hij was. Op zijn kleine eenkamerflatje werkt hij nu aan zijn twaalfde album: "Déja Vu". En met hetzelfde enthousiasme waarmee hij toen het communisme te lijf ging, richt hij nu zijn sarcasme tegen de "KGB-kliek van Poetin".