De twee leiders van de Anjerrevolutie waren in alles elkaars tegenpool. Vitor Alves was de bedachtzame, bij wie de jarenlange koloniale oorlog in Afrika zijn sporen had achtergelaten. Otelo Saraiva de Carvalho was de typische revolutionair, charmant en met een vlotte babbel.
Allebei betaalden ze een hoge prijs voor hun deelname aan de staatsgreep. Vitor moest zijn eigen schoonvader verraden, die onder de dictator opperbevelhebber was van de marine. Otelo werd zo links dat zijn eigen kameraden zich gedwongen zagen hem gevangen te zetten. Na de coup droomden ze in Portugal even van een land waarin alles van iedereen zou zijn. Boeren bezetten het land van de grootgrondbezitters, arbeiders de fabrieken. Maar lang zou het linkse avontuur niet duren.