Het was het hoogtepunt van de Koude Oorlog. Chroestjov had kort tevoren in een rede erkend dat er onder Stalin 'massamoorden' hadden plaatsgevonden. Hij sprak van een 'terreurbewind'. Het was een grote schok voor de gelovigen in heel Oost-Europa: de Grote Leider bleek een meedogenloze tiran.
In Polen en Hongarije kwamen de burgers in opstand. In Budapest liep een vreedzame demonstratie uit op een heuse volksopstand. In het stadje Mosonmagyarovar schoot het leger op de demonstranten, waarna in hevige straatgevechten een aantal van de schutters door de bevolking werd gelynchd.
Op 4 november 1956 sloegen Russische tanks de opstand hardhandig neer. Sindsdien regeerde in Mosonmagyarovar de angst en ook na de val van het communisme zou het nooit meer zo worden als het was geweest.