Stel, jij bent Wenceslas de Heilige. Of moeten we je Václav noemen? Zo ben je tenslotte geboren.
Er ligt een kroon met jouw naam in de Praagse Burcht. Een van ongekende pracht en praal, gemaakt van maar liefst 21-karaats goud, versierd met ruim negentig juwelen. Jouw onderdanen, de Tsjechen, mogen hem zo eens in de tien jaar bewonderen. De rest van de tijd ligt hij opgeborgen, daar in de Kroonkamer, verdedigd met wel zeven verschillende sloten. De sleutels zijn verdeeld onder de huidige heersers van Tsjechië en Praag.
Die kroon draagt jouw naam, maar je hebt hem nooit gedragen.
Op het moment dat hij wordt gesmeed, ben je al vierhonderd jaar dood.