Polarisatie als opium voor het volk

17 november 2024

Toen we anderhalve week geleden wakker werden met het nieuws van een Trump-overwinning, ging er op de socials een kaartje rond van de Verenigde Staten waar over de hele breedte van de pro-Trumpstaten stond geschreven: Dumbfuckistan.  

Niet zo aardig om zo over Amerikaanse kiezers te spreken, maar een bevriende fotograaf uit Colorado kon het wel waarderen. ‘We have been laughing since you sent that. We need merchandise. T-shirts, mugs.’ 

De meme die online rondwaarde na de overwinning van Trump op Harris

Twee dagen later appte hij weer. ‘Wat is er aan de hand in Nederland? Dumbfuckistan?’ 

Ik kreeg uit andere delen van de wereld dezelfde vraag. Uit Zuid-Afrika. Uit Kenia. Uit Duitsland. Wat is er bij jullie aan de hand?  

Je kon beter niet de radio of televisie aanzetten om een goed antwoord op die vraag te krijgen. Je kon zelf even Amsterdam binnenlopen, en met je eigen ogen zien dat er geen sprake was van een jodenjacht, Kristallnacht of pogrom.

Een bebloede demonstrant na een pro-Palestijns protest op de Dam

Hoe patronen zich herhalen

Je kon ook binnen blijven en een boek lezen.

Ik kwam uit bij Noam Chomsky en Edward Herman: Manufacturing consent, the political economy of the mass media. Dat boek gaat over de vraag waarom massamedia aantoonbare leugens en desinformatie van politici tóch de ether in slingeren en geloofwaardigheid verschaffen, zonder dat er sprake is van dwang of opgelegde censuur.

Waarom verdedigen journalisten, tegen beter weten en hun eigen observaties in, vrijwillig de agenda’s van regeringen en bedrijven?  

Dat boek werd in 1988 gepubliceerd, en ging dus over andere crises dan die van vandaag. Waarom bleven journalisten en media van naam zo lang achter de Vietnamoorlog staan, terwijl de VS daar aantoonbaar oorlogsmisdaden begingen?

In de decennia na de publicatie bleef diezelfde vraag relevant. Hoe kon het dat de New York Times en andere kwaliteitsmedia zo meegingen in de leugens over massavernietigingswapens van Blair en Bush en de inval in Irak die daar in 2003 op volgde?

Hoe kon het dat de woorden van de regering van premier Netanyahu, door het nota bene in Nederland gevestigde Internationaal Strafhof gezocht wegens oorlogsmisdaden in Gaza, zwaarder wogen dan wat de videobeelden toonden en Nederlandse getuigen met eigen ogen zagen?

Still uit het gesprek tussen Marr en Chomsky (1997)

Ik bleef hangen op dit gesprek uit 1997 tussen de vermaarde BBC-journalist Andrew Marr en Chomsky. Marr is kritisch op Chomsky’s gedachtegoed en vraagt hem of hij soms in een bewuste samenzwering tussen media gelooft die met opzet de waarheid uit de krant houden. 

Zo simpel is het niet, legt Chomsky uit. Hij verwijst naar George Orwell, die erop wijst dat ‘onpopulaire ideeën makkelijk het zwijgen kunnen worden opgelegd, zonder dwang’.  

‘De Amerikaanse media zijn in handen van machtige ondernemers die er wel degelijk belang bij hebben dat sommige dingen niet verschijnen,’ vervolgt de taalkundige. ‘Tegelijk vergewist ons hele onderwijssysteem ons er van jongs af aan van dat er dingen zijn, die je gewoon niet zegt.’ Volgens Chomsky gaan we vanaf de kleuterschool allemaal in een consensus-mal. Wie daar toch van afwijkt, krijgt het predicaat ‘moeilijk’ en kan fluiten naar invloedrijke posities.

Natuurlijk kun je er dan nog steeds voor kiezen om die dingen toch te zeggen, maar financiële belangen zullen ervoor zorgen dat die dissidente stem naar de marge verschuift en geen groot podium krijgt. Bovendien zullen je carrièrekansen beperkt zijn.

De kritische krenten in de pap

Terug naar Amsterdam. Er waren wel media die vanaf vrijdagochtend aantoonden dat het verhaal genuanceerder lag dan een spontane ‘jodenjacht’ waar Netanyahu en Nederlandse politici over spraken. Maar die media waren marginaal.  Er was een reporter van Sky News die dit oppikte en vertelde dat de vork anders aan de steel zat, maar haar verslag werd offline gehaald.

Er was ook een reporter van naam die vorige week vrijdag al aan burgemeester Halsema vroeg waarom ze naliet te vermelden dat Israëlische hooligans hadden huisgehouden voor ze werden aangevallen. Dat was Step Vaessen van Al Jazeera, waarvan het hoofdkantoor gevestigd is in Qatar, waar de consensus over Gaza anders is dan in Nederland.

Correspondent Step Vaessen tijdens een live-optreden in de uitzending van Al Jazeera, 8 november 2024

Na het weekend verschenen er meer verhalen die aantoonden dat het allemaal genuanceerder lag, maar tegen die tijd ging het in Den Haag en dus in de media al over ‘het integratieprobleem’ en het intrekken van paspoorten.  

Daar was de ‘manufactured consent’ die Chomsky bedoelde. Iets wat tot voor kort onbespreekbaar was -het afnemen van het burgerschap van Nederlanders, en zelfs het inzetten van antiterreurwetgeving- was binnen een week opeens zeer bespreekbaar.

Chomsky’s denken werd bekritiseerd, maar inspireerde ook tal van andere schrijvers, wiens boeken deze dagen het lezen meer dan waard zijn. Naomi Klein toont in De schokdoctrine (2007) hoe rampzalige gebeurtenissen als de aanslagen van 9/11 zijn misbruikt om met giftige retoriek consensus te krijgen voor wetgeving die geen normaal mens in minder opgefokte tijden zou aanvaarden.    

De vooraanstaande columnist van de Financial Times, Martin Wolf, gooide de volgende hypothese op in een interview met de Volkskrant. Stel je bent miljardair en je wilt belastingverlaging voor de rijken, hoe krijg je dat dan voor elkaar als dit voorstel tegen de belangen van de meerderheid van de kiezers indruist?  ‘De truc: zet mensen tegen elkaar op, langs nationalistische, culturele en raciale lijnen.’

Polarisatie als opium voor het volk. Dumbfuckistan.  

Lees-, kijk- en luistertips van de redactie

  • Researcher Marjolein was naar filmfestival IDFA, en zag daar een prachtige documentaire. Maakster Farahnaz Sharifi is geboren in 1979, het jaar van de islamitische revolutie. Met heel veel materiaal uit haar eigen leven, laat ze zien hoe ze met haar familie en vriendinnen een dubbelleven leidt. Buiten is alles verboden, binnen proberen mensen het leven te vieren. Een persoonlijke tijdreis waar we Sharifi en haar naasten echt leren kennen en waar je op hetzelfde moment de beklemming van Teheran voelt. Een ode aan de Iraanse vrouwen.
  • The New Yorker schreef een overview van de COP29, dat deze week plaatsvond in gastland Azerbeidzjan. Een tip van eindredacteur Ger voor wie van een deepdive in de klimaatpolitiek houdt. Ook waren we met de gehele redactie afgelopen maandag 11 november in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam, om het samen te hebben over de rol van de journalistiek in het klimaatdebat. Dit hele panelgesprek met onder andere Emil van Oers (NOSop3), Jill Peeters (VMT) en Maarten Keulemans (de Volkskrantkan je nu terugkijken op YouTube.
  • Verder nog een vrij luguber verhaal, van researcher David. Toen de Canadese Sky-encryptie werd gekraakt tijdens een gezamenlijke operatie van de Franse, Belgische en Nederlandse politie, kwam er inzicht in de details van criminele activiteiten in de vrijwel de hele wereld. Eén regio springt eruit: Sky-telefoons bleken extreem populair onder criminelen van de meest brute bendes op de Balkan. De berichten bieden een inkijkje in een waanzinnige wereld waar politiek en criminaliteit hand in hand gaan. Wees gewaarschuwd, deze reportage is niet voor de zwakke maag.
  • Eén van de beste interviews die ik deze week zag langskomen, is deze ondervraging door NRC-journalist Lamyae Aharouay van premier Dick Schoof. Sonja Barend Award-waardig, omdat het bloot legt dat alle grote woorden van de dagen daarvoor geen enkele feitelijke onderbouwing hebben.
  • Tot slot een luistertip van online redacteur Nina. Waar The New York Times al eerder geweldige verhalende podcasts maakte over bijvoorbeeld de invloed van sociale media-algoritmes op politieke voorkeur in Rabbit Hole (2020), zijn ook de wekelijkse gesprekken met allerhande gasten in de relatief nieuwe show The Interview absoluut de moeite waard. Zoals deze, met Democraat Nancy Pelosi.

Tot de volgende, Bram Vermeulen