Circus Den Haag was ver weg.
We liepen deze week in het holst van de nacht achter de Speciale Eenheid van de Griekse brandweer aan. Die moet deze zomer de uitslaande branden op de eilanden blussen en miljoenen vakantiegangers veilig houden.
Op het eiland Kos leek de situatie rond middernacht onhoudbaar.
Harde wind blies het vuur in krullen over onze hoofden, soms meters hoog.
Een regen van brandende naalden en vonken daalde op ons neer.
Het zijn van die situaties waarvan je achteraf denkt: wat doen we hier? Ik keek naar mijn Griekse collega, Valentini Anagnostopoulou, die op slippers de brandende heuvels op klauterde.
Korte broeken, linnen shirts.
We waren de dag op zee begonnen en ook als zodanig gekleed. De tas met maskers en brandwerend schoeisel was in de haast op het verkeerde eiland blijven staan.
Het dorp in de vallei was in allerijl ontruimd, toeristen brachten de nacht door op het beton van het plaatselijke voetbalstadion.
Toen de volgende ochtend het sein ‘brand meester’ werd gegeven, raceten de toeristen terug naar hun strandbedjes.
‘Ik kom volgend jaar absoluut weer terug,’ legde een Britse toerist uit, zonnebadend langs het zwembad, terwijl de blusvliegtuigen over vlogen. ‘I love it here.’