De eerste keer dat ik de naam Lennny Kuhr hoorde was ik vier jaar oud.
Ze zou komen optreden in ons dorp tussen de rivieren.
Mijn vader was in alle staten.
Als niet belijdend katholiek dirigeerde hij, zo lang ik me kan herinneren, het jongerenkoor dat iedere zondag optrad in de kerk van Wamel. Niet onverdienstelijk, ze namen platen op en traden nu en dan op met muzikanten van naam.
In die jaren zeventig trok Lenny Kuhr volle zalen. Ik herinner me vooral de opwinding bij mijn ouders omdat iemand had beloofd dat ze na haar optreden ons huis zou bezoeken. Voor een koffie en een gesprek.
Mijn moeder had ter voorbereiding het hele huis in het sop gezet. Mijn vader had zijn platenkast geschikt, voor het geval ze daar nog een oog op zou laten vallen. Ik moest mijn slaapkamer opruimen.
We waren als gezin helemaal klaar voor Lenny Kuhr.
Maar Lenny Kuhr kwam niet. Geen idee wat de reden was.
Grote sterren hebben geen tijd voor koffie, leerde ik. Ik vond het vooral teleurstellend voor mijn vader.
Als de verhalen het verliezen van de ophef
Afleiden met ophef
Jaren later zat ik met haar in een radiostudio. De aanleiding ben ik vergeten.
Het gesprek ging over spiritualiteit en ze was zeer geïnteresseerd in het Zuid-Afrikaanse concept van ubuntu, ik ben omdat anderen zijn. Lenny Kuhr, besloot ik, bleek bij nader inzien best een aardige vrouw.
Ik liet daarom na om haar over de Lenny Kuhr-teleurstelling van ons gezin te vertellen.
Deze week was haar naam op alle radio en televisiestations weer te horen. Tijdens een concert in Waalwijk werd Lenny Kuhr uitgescholden door demonstranten, die aandacht wilden voor de Palestijnen en zich boos maakten over haar steun aan de operatie van het Israelische leger in Gaza.
In plaats van over de 30.000 doden in Gaza ging het daarna vooral over Lenny Kuhr en jodenhaat.
Dat mechanisme doet denken aan de boodschap van de film Don’t Look Up. Als het probleem te groot is, dan leidden we liever af met ophef. Liever over het ongerief van een bezette A12 en lijmplakkende activisten op talkshowtafels, dan over een stervende planeet.
Dit heeft allemaal met storytelling te maken, volgens mij.
De cijfers die de opwarming van de aarde bewijzen, of de dreigende genocide in Gaza, zijn maar cijfers. Een bejaarde zangeres die – onterecht – voor terrorist wordt uitgemaakt, is een invoelbaar verhaal.
Voorgoed veranderd
Ik mocht deze week in de studio van onze podcast Achter de Frontlinie uitgebreid spreken met de winnaar van de Zilveren Camera 2023.
Zijn naam is Sakir Khader, geboren in Vlaardingen, en hij legde de afgelopen vier jaar minutieus het leven vast in de geboortestreek van zijn grootouders.
Sakir is net zo Hollands als ik, maar op zijn eigen website noemt hij zich ‘a Palestinian documentary photographer and film director, based in The Netherlands’.
Dat zinnetje intrigeerde me.
We spraken over zijn eerste reizen naar de Westelijke Jordaanoever. Die begonnen in 1995 nadat zijn opa, die als arbeidsmigrant naar Nederland was gehaald, terugkeerde naar zijn vaderland.
Hoe rook het daar toen, vroeg ik, hopend op een beschrijving van de olijfgaard van zijn oma. ‘Naar uitlaatgassen,’ grapte Sakir.
In die tijd voelde hij zich Nederlander, een Vlaardinger, die op familiebezoek ging.
Die identiteit veranderde voorgoed toen zijn neefje Kosay elf werd. Nablus, de plek van Sakirs zomervakanties, werd belegerd door het Israëlische leger.
Kosay keek naar die militairen, vanuit de tuin, door een gaatje in de muur.
Hij kreeg twee kogels door zijn hart.
Begrijpelijk wantrouwen
Sakir was net terug in Vlaardingen toen hij het nieuws over de dood van zijn beste vriend hoorde. De dood van zijn neefje Kosay werd zijn drijfveer om het leven op de Westelijke Jordaanoever vast te leggen.
Zijn leven lang.
Van zo dichtbij, alsof je er bijna naast staat.
Het leverde onder meer de indrukwekkende fotoserie op waarmee hij de Zilveren Camera won. En deze documentaire voor Frontlinie.
Khader weigerde na 7 oktober aan te schuiven aan de talkshowtafels, bang voor het frame waarin hij zou worden geduwd.
‘Ik ben niet de woordvoerder van Hamas,’ zei hij al tijdens ons debat over de berichtgeving rond Israël en Gaza in Pakhuis de Zwijger. ‘Toen mijn familie en vrienden werden vermoord op de Westelijke Jordaanoever, hadden ze ook geen belangstelling.’
Door dat begrijpelijke wantrouwen werd ook zijn verhaal niet gehoord, dat zoveel meer zegt dan alle beelden van vernietiging in de journaalbulletins.
De gesprekken gaan over grote, ongrijpbare woorden als ‘genocide’, ‘antisemitisme’, welles, nietes.
In zo’n woordenoorlog verliezen de verhalen het van de ophef.
Lees- en kijktips van de redactie
- Ben je benieuwd hoe het Lenny Kuhr verging in Wamel, in 1978? De vader van Bram heeft de recensie in de lokale krant zorgvuldig bewaard.
- Hoe blijf je als democratie overeind in een wereld die steeds minder democratisch wordt? The Economist kijkt naar onze reactie op verkiezingen zoals die onlangs plaatsvonden in Rusland.
- New Lines Magazine schijnt ondertussen een belangrijk licht op een groep die we te vaak lijken te vergeten; de LHBTQ+-gemeenschap als ultieme zondebok in Rusland.
- En nog meer over Rusland: daar komen steeds meer verhalen van nepjournalisten vandaan. Terwijl de oorlog in Oekraïne voortduurt, heeft het Kremlin steeds complexere verzinsels online gecreëerd om Zelensky in diskrediet te brengen en hulp te ondermijnen. Soms met plotwendingen die rechtstreeks uit Hollywood lijken te komen.
- Onze uitzending over de werkzaamheden van baggerbedrijf Boskalis in de Filipijnen blijft immer actueel: nu buigt de rechter zich over de rol van onder meer Boskalis in de uitbuiting van Noord-Koreanen.
- Dan nog gonzo journalism op z’n best: Channel 5’s Andrew Callaghan besluit zelf (met behulp van mensensmokkelaars) de illegale oversteek van Mexico naar de VS te maken. Spoiler: het gaat mis.
- Tot slot willen we graag nog een andere fotograaf in de spotlight zetten: over oorlogsfotograaf Eddy van Wessel is nu een mooi documentaireportret gemaakt, Eddy's oorlog. Nu te zien op 2Doc.nl.
Tot de volgende,
Bram Vermeulen