Gambia is ook het land dat steeds meer uit Europa gezette landgenoten terugneemt, met name uit Duitsland. Gambia accepteert de terugkeer van zijn uitgeprocedeerde burgers in de hoop op een deal met de Duitse regering die heeft beloofd legale routes te openen voor Gambianen.
Vanwege grote personeelstekorten hebben Duitse fabrieken behoefte aan goedkoop personeel uit Gambia. De architect van de Turkije-deal, Gerald Knaus, noemde zo’n deal met Gambia onlangs nog een win-win voor beide landen.
Maar in Gambia blijkt de deal te berusten op drijfzand. Bram Vermeulen ziet dat in het holst van de nacht iedere week vliegtuigladingen vol uitgezette Gambianen aankomen, maar verneemt dat de Duitse regering weinig plannen heeft om visa te gaan verstrekken.
Volgens een hoge Duitse ambtenaar is de timing voor zo’n deal slecht omdat er in Duitsland teveel verzet is tegen migranten en Gambianen volgens hem ‘te slecht zijn opgeleid’.
Uitgezette Gambianen worden na terugkeer aan hun lot overgelaten. Ontwikkelingsorganisaties die in opdracht van West-Europese landen teruggekeerde migranten zouden moeten helpen, doen dat nauwelijks.
Ze geven zo weinig geld dat ze zelf erkennen dat de enige optie voor de gedeporteerden is om opnieuw naar Europa te vertrekken.
Het strand is de enige plek waar de Gambianen een betere onderhandelingspositie hebben ten opzichte van Europeanen. Het geld dat ze daar verdienen wordt gebruikt als startkapitaal voor een nieuwe reis naar Europa.