De Nederlandse overheid geeft geen exportkredietverzekering af wanneer er sprake is van onaanvaardbare risico’s voor mens, dier en milieu. Het Nederlandse beleid voor de exportkredietverzekering is daarom ook zo ingericht dat projecten vooraf aan de geldende internationale standaarden worden getoetst. Dit geldt ook voor het project in Bulacan, Filipijnen. Het project is in eerste instantie op basis van Filipijnse wet- en regelgeving opgestart en was aan het begin van het beoordelingsproces niet in lijn met de internationale mvo-standaarden op het vlak van mitigatie en compensatie van natuurwaarden, inkomensderving en herhuisvesting. Deze tekortkomingen zijn, mede dankzij de ontvangen signalen van ngo’s en juist na betrokkenheid van Atradius Dutch State Business (ADSB) en de Nederlandse overheid, geadresseerd in het zogenaamde Environmental and Social Action Plan. De acties die de projecteigenaar moet ondernemen om aan de aanvullende eisen van de Nederlandse overheid te voldoen, zijn opgenomen in de leningsovereenkomst van de financierende banken. Een deel van deze maatregelen is inmiddels uitgevoerd en een deel wordt momenteel opgepakt.
In de bijlage van het Manila Bay Sustainable Development Masterplan is weliswaar tegen de luchthaven op de gekozen locatie geadviseerd, maar er is ook aangegeven dat de realisatie van de luchthaven een keuze van de Filipijnse overheid was en bovendien al een gegeven. Juist daarom zijn in het masterplan al aanbevelingen opgenomen voor mitigatie, preventie en compensatie van de nadelige effecten die kunnen ontstaan nu besloten is de luchthaven op deze locatie te ontwikkelen. Deze aanbevelingen zijn door ADSB in de milieu- en sociale beoordeling van het project meegenomen.
Door de duidelijke afspraken en voorwaarden in het Environmental and Social Action Plan, heeft de Nederlandse overheid er voldoende vertrouwen in dat eventuele milieu- en sociale schade conform internationale standaarden voorkomen, gemitigeerd en/of gecompenseerd of hersteld wordt. Het project zal daarmee voldoen aan de internationale standaarden zoals vereist in het Nederlandse mvo-beleid voor exportkredietverzekeringen. Met het verstevigen van de mvo-kaders zijn wij van mening dat de exportkredietverzekering juist kan bijdragen aan een verantwoorde uitvoering van dit project. Iets waar zonder betrokkenheid van banken, consultants, exportkredietverzekeraar ADSB en de Nederlandse overheid geen invloed op hadden kunnen worden uitgeoefend.
Om toe te zien op de uitvoering van de maatregelen door de projecteigenaar, is een uitgebreid monitoringssysteem ingericht. Hierbij wordt ieder kwartaal de voortgang en naleving van de afspraken gemonitord. Als uit deze monitoring tekortkomingen blijken dan moet dit door de projecteigenaar worden geadresseerd. In een uiterst geval kan het niet naleven van de afspraken leiden tot het stopzetten van de financiering van banken aan de projecteigenaar. De monitoring vindt onafhankelijk plaats. Hiervoor wordt op verschillende manieren informatie verzameld: deze wordt aangeleverd door projecteigenaar, verkregen tijdens site-visits die elk kwartaal plaatsvinden, maar hierin worden ook signalen vanuit ngo’s en lokale gemeenschappen meegenomen. Indien ADSB direct signalen van ngo’s en lokale gemeenschappen ontvangt, dan wordt dit besproken met de consultant en/of de projecteigenaar en wordt besloten of verder onderzoek nodig is.
Vanwege de omvang van het project en het belang van een goed monitoringsproces, komt er in opdracht van de Nederlandse overheid een onafhankelijke second opinion over het monitoringsproces en het eerste monitoringsrapport. Zo kan de kwaliteit van het monitoringsproces en het monitoringsrapport geëvalueerd en gecontroleerd worden. Deze second opinion wordt naar verwachting in het voorjaar van 2023 opgeleverd. Een samenvatting met de voornaamste bevindingen en conclusies wordt vervolgens publiek gemaakt.