Op het moment dat Nelson Mandela sterft, twintig jaar nadat hij van vrijheidsstrijder in president is veranderd, heeft Bram Vermeulen zich net weer gevestigd in Zuid-Afrika. Het land is veranderd in de vijf jaar dat hij weg was, voelt hij. De alleenheerschappij van het ANC, de partij van Mandela, is niet meer zo vanzelfsprekend. President Zuma wordt zelfs openlijk uitgejouwd.
Zuid-Afrika is na twee decennia democratie nog steeds een land van grote tegenstellingen. Tussen blank en zwart, maar meer nog: tussen arm en rijk. Achter hoge muren met prikkeldraad wonen niet meer alleen blanken met geld, maar ook zwarte welgestelden. Voor de vele armen is er nauwelijks iets veranderd. Zij wonen nog steeds in hutjes van golfplaten aan modderige steegjes. En dat leidt tot groeiende ontevredenheid.
Dat is goed te zien en te horen bij de EFF, de beweging van voormalig ANC’er Julius Malema. ‘Zuma, je bent een verrader’, zingt de menigte er. En hun leider zegt in een opzwepende toespraak dingen als: ‘Wij moeten het ANC wakker schudden. Weg met Jacob Zuma en al zijn bezittingen!’ En als Bram hem even later spreekt: ‘De leiding negeert het volk. Ze hebben het volk ingeruild voor investeerders. Ze zitten er voor zichzelf en hun zakenpartners.’