Zo bizar als de extremen zich aandienen in India, zo extreem kan het gewone soms ook al zijn. Wie er ooit op reis gaat zal ongetwijfeld een paar keer moeten fronsen, zo buiten menig comfort zone het land ligt. Niet in de laatste plaats om de koeien die zich op de meest onmogelijke plekken ophouden, rustig malend, terwijl dit niemand lijkt te hinderen. Een lieflijk gezicht, toch?
Die heilige koe is in toenemende mate het speerpunt van de hindoe-nationalisten. Zij hebben heuse milities van koeienbeschermers opgericht, die het dier met hand en tand verdedigen. Met maar liefst 80 procent hindoes, slechts 14 procent moslims en de overige 6 procent christenen, boeddhisten, sikh en jaïnisten is het pleit snel beslecht. India is een van de grootste exporteurs van koeienvlees, en vooral moslims profiteren van de koeienhandel.
Op social media gaat sinds 6 april een filmpje rond, waarin een woedende menigte in de deelstaat Rajasthan een 55 jaar oude melkboer en andere islamitische handelaars te lijf gaat. Naar verluidt omdat de boer koeien vervoerde. Hij overleed aan zijn verwondingen. De minister van de deelstaat liet na om de dood van de man te veroordelen; hij zei zelfs dat de koeienbeschermers een goede daad hadden verricht ‘door smokkel tegen te gaan’.
Sinds Narandra Modi in 2014 verkozen werd tot premier van India is dit soort aanvallen op religieuze minderheden toegenomen. Tientallen doden vielen er al. Hoewel Modi verzekerde dat minderheden zouden worden beschermd, nam het geweld toe. Ondanks zijn “Sab Ka Saath Sab Vikaas”, ontwikkelen met elkaar samen. Nu kleurrijk India zijn eigen diversiteit niet meer lijkt te tolereren, is het de vraag wie daaraan mee mogen doen.